43
Onzer Vrouwen gilde, de kapellerie, den „prochiepape" en
koster aldaar hadden toebehoord. Wij vernemen daaruit dat in
het Tweede gedeelte van den Generalen Prins Willem de kerk
had bezeten 114 gemeten en daarbuiten (te weten in den St. Lie- -
venspolder, den Oranjepolder onder Yzendijke, de Groede, den
Steenen- en Heerenpolder, Baarzande, den Veerhoek, Henricus,
Metteneije en Adornis) ruim 108 gemeten. De eigendommen van
den Armen hadden oudtijds bedragen ruim 48 gemeten, waarvan
ruim 41 in Prins Willem's tweede deel en de rest in den Yzen-
dijkschen Oranjepolder, de Groede en den Steenenpolder; „onzer
Vrouwen gilde nu den Armen" was in het bezit geweest van
18 gemeten, waarvan ruim 8 in Prins Willem's tweede deel en
de rest in bovengenoemden Oranjepolder, de Groede, den Stee
nenpolder en llousselarepolder; de kapellerie, de pastoor en koster
bezaten of, om nauwkeuriger te spreken, aan het kapelaans-,
pastoors- en kostersambt waren verknocht geweest onderscheiden
lijk 17 gemeten 234 roeden, li1/? gemeten, en 1 gemet 6
roeden, alle gelegen in het Tweede deel van den Prins Willem.
Afgaande zoo het schijnt op de aanduidingen in de omme-
loopers van de Oude leve had men, voor zooveel die landerijen
in den Prins Willem hadden gelegen, ze bij de verkaveling van
den polder in de kavels 16, 17, 18 en 19 dus rond en bij
de kerk van het voormalige dorp gebracht 2) en ze toege
wezen aan de Staten-Generaal op grond van een clausule in het
octrooi van bedijking, die bepaalde „dat de onbeheerde landen,
kerkelijke of geestelijke goederen, waarvan de corpora onder
dezen Staat waren gelegen" moesten „verblijven tot profijt van
het land als octroyanten 3) en tot derzelver dispositie" 4), en
inderdaad werden deze eigendommen dan ook door den landsont
vanger Diericx ten behoeve der Staten-Generaal beheerd. Niets
scheen dus billijker dan dat nu ook de Staten-Generaalover-
1) Pastoor.
2) Blijkeus de „metinge van Schoondijke" door den landsontvanger Diericx bij
brief van 22 Aug. 1653 overgezonden aan de Staten-Generaal (Loketkas, Loopende,
nummer 315).
3) De Staten-Generaal met andere woorden.
4) Groot PlakaatboekII blz. 1995.