60
Tot zoover het dagboek.
Van 30 Januari tot 7 Februari, dus in een week tijds, heeft
de omwenteling zonder tumult haar beslag gekregen.
Raadplegen we thans de „Notulen (der) Volksvergaderingen,
gehouden te Middelburg in Zeeland, in de Oostkerk, beginnende
den 9 Febr. 1795 en eindigende den 24en Mei daaraanvolgende",
waarvan twee eensluidende exemplaren berusten in het Stedelijk
Archief alhier.
In de vergadering van 10 Febr. vraagt V. d. Palm het woord
en zegt, dat de eed van trouw aan de vorige grondwet door de
capitulatie is geannulleerd. Vervolgens deelt hij onder toejuiching
der Verg. mee,
„dat hij de gevoelens, die de Vergadering in haar eerste
bijeenkomst in het Logement van Middelburg op zijn voorslag
reeds als de hare had aangenomen meer ontwikkeld en op
het papier gebracht had, dat hij deselve had daargesteld op
de wijze eener proclamatiedie het vrije volk van Middelburg
als drijfveeren harer vaderlandslievende handelingen erkende
en die hij voorsloeg om als zoodanig geteekend door de beide
secretarissen, door den druk algemeen te maken".
Tevens wordt op Van dee Palm's voorstel besloten
„1°. om eene commissie naar den generaal Moureaü te
zendenom hem te bedanken voor de herstelling der Bur
gerlijke vrijheid;
2°. om de Vrijheidsboom op eene plechtige wijze te be
reiden en te doen planten".
Daarna wordt een burger-comité gekozen, waarvan Van der
Palm tot Voorzitter wordt benoemd.
De Douairière is nog nauwelijks overleden; de zaken, betrek
king hebbende op haar nalatenschapzijn nog niet eens afgewikkeld
immers eerst den Uien Mei worden, volgens een annonce in de
Middelburgsche Courant van Donderdag 14 Mei, haar rijtuigen,
arresleden enz. „aan de stallinge publiek en met den stokke"
verkocht.
Negen dagen later vermeldt de Middelb. Cour. van 30 Mei,
1) Cursiveering van mij. (N.)