44
het ons steeds voorgekomen, dat daaraan niet vreemd bleef, de
onderhandelingen van GrÉgoire met ons Gouvernement om in
Gent eene tegenomwenteling te bewerken, temeer met het oog op
de woorden, waarmede hij des Zaterdags van burgemeester Blin-
denbach afscheid nam.
Wij gingen na op Grégoire's verzoek naar Oostburg, waar
Ledel ons over een en ander in verhoor nam. Wij kwamen
overeen over hetgeen wij, te Aardenburg teruggekeerd, aan G rk-
goire zeggen zouden met betrekking tot onze bevinding te
Oostburg. Dat wij bij onze terugkomst hem dan ook niet van
slechts twee kanonnen en van slechts honderd manschappen
spraken is te begrijpen.
Dit nu was Vrijdags 5 November en den volgenden dag maakte
GrÉgoire reeds vroeg toebereidselen tot vertrek. Op zijn bevel
werd de Belgische vlag van den toren genomen en in den middag
werd Aardenburg door den geheelen troep verlaten, onder ver
klaring van GrÉgoire, dat- hij niet meer zou terugkeeren, terwijl
hij, van den burgemeester afscheid nemende, dezen toevoegde:
„Bientot vous me verrez dans les rangs du prince d'Orange".
Blijkbaar doelden deze woorden op zijne latere poging om te
Gent eene tegenomwenteling te bewerken, welke poging zoo
deerlijk fiasco maakte. Tengevolge daarvan moest hij België
verlaten en ging hij verblijf houden te 's-Hage, alwaar ik hem
later nog eenmaal, in de opera te zien kreeg.
Wat van Jaspin geworden is, weet ik niet. Daar hij iets
vroeger gepromoveerd was, dan ik, was hij niet in het bezit van
mijne dissertatie. Hij wilde die volstrekt van mij hebben. Maar
dit was hem niet voldoende. Hij verlangde daarop ook mijn
handteeken met eenige letteren erbij, en op het titelblad schreef
ik de vrij dubbelzinnige woorden„Nisi amicitia omne mutabile".
Daarop drukte hij mij de hand en ik zag hem nooit weder.
De Pontécoulant moet zeer oud geworden zijn. Ik schatte
hem in 1830 minstens 40 jaar oud en hij is eerst in 1882 over
leden. Wat in die halve eeuw zijn lot is geweest, is mij onbekend.
En zoo haalden de Aardenburgers opnieuw adem. Maar daar
mede waren „de schoone dagen van Aranjuez" toch niet aange
broken. Gold het nu minder hun rust, het zou voortaan vooral