XVII
lang dit noodig bleek. Met zorg werd tevens getracht hun verder
behoud te verzekeren."
Aangaande de verzameling porselein en aardewerk is
niets nieuws op te merken.
De conservator der schilderijen schrijft:
„Door gebrek aan tijd is de toestand der schilderijen slechts
globaal opgenomen.
Verschillende stukken moeten eene niet-ingrijpende behandeling
ondergaan;, bestaande in
Opnieuw spannen, oppervlakkig verwijderen van aangekleefd
stof enz., vernissen.
De benoodigde praeparaten moeten van elders worden betrokken.
Indien voor een en ander een klein krediet beschikbaar kan
worden gesteld, ligt het in mijne bedoeling, geleidelijk met het
bovenstaande een aanvang te maken; gelijktijdig kunnen dan de
noodige gegevens verzameld worden voor samenstelling van een
catalogus".
Over het munt- en penningkabinet bericht de con
servatrice
„A. Munten.
Het afgeloopen jaar is van weinig belang geweest voor de
munt- en penningkundige verzameling. De geschenken waren ge
ring in aantal. Merkwaardig waren een paar looden platen, die,
zooals wij zullen zien, eene herinnering kunnen zijn aan de
voormalige Engelsche Court, toen deze van 1583 tot 1621 hier
ter stede was gevestigd. Eenige geschonken bronzen Eomeinsche
munten zijn door de welwillendheid van den heer H. J. Scharp
te Amsterdam, lid van het Zeeuwsch Genootschap, uitvoerig be
stemd. De afdeeling munten van het Graafschap Holland en
Zeeland is met eenige exemplaren verrijkt, aangekocht op eene
veiling der firma J. Schulman te Amsterdam.
Zie hier de nieuwe aanwinsten
Archief 1926 Ij