XXXIV
caties verrijkt en naar buiten vertegenwoordigde de voorzitter bij
talrijke gelegenheden onberispelijk het Genootschap. Zijne opge
wekte leiding zal bij hen, die het groote voorrecht hebben gehad
van met hem te mogen samenwerken, in de aangenaamste her
innering blijven en het is mij eene ware behoefte onzen praeses
hartelijk dank te zeggen voor de uitnemende wijze, waarop hij
zijne waardigheid heeft vervuld.
Ik heb gezegd.