XVII
voorwerp' dient met aandacht door bevoegden te worden bestudeerd.
Evenals in voorafgaande jaren werden de boerinnenkleederen,
in zoover zulks noodzakelijk bleek, zoo goed mogelijk opgefrischt".
Porselein en aardewerk werd niet verworven.
De nieuw opgetreden conservatrice der schilder ij en had
nog geene aanleiding een verslag te zenden.
Wel bestaan plannen tot inventarisatie der schilderijen, maar
zij kwamen nog slechts tot een begin van uitvoering.
Als aanwinst kan worden vermeld een schilderij van Simon van
Douw, een meester, die omstreeks het midden der 17e eeuw te
Middelburg werkte en er lid was van het Sint-Lucasgilde. Het
stelt voor een taveerne met figuren er voor. De heer E. Schmidt
Degener, hoofddirecteur van het Bijksmuseum te Amsterdam,
vestigde mijne aandacht op de gelegenheid tot aankoop van dit
stuk. De Teekenacademie alhier heeft daarop het schilderij ver
worven en het geplaatst in de verzameling van ons Genootschap.
De conservatrice der munten en penningen bericht
het volgende
„In het voorjaar van 1927 is voortgegaan met het overschrijven
van kartons, waarvan de inkt geheel verbleekt was. Vermoeidheid
van de oogen deed dit werk voorloopig staken.
Daar de beide nieuwe vitrines geheel met munten en penningen
waren gevuld, werd mij toegestaan een lade te laten maken onder
twee andere. In deze zijn nu geborgen de buitenlandsche ge
denkpenningen zie catalogus, blz. 191 en de sedert 1907
aangeworven buitenlandsche munten, behalve die van Ned.-lndië
en van Japan. Gebrek aan ruimte is mede oorzaak, dat van de
merkwaardige gedenkpenningen, die tegenwoordig worden uitge
geven, slechts een enkele kan worden aangekocht. Onder de aan
winsten zijn van bijzonder belang, de zeldzaam voorkomende
gouden strooipenniug op de inhuldiging van prins Willem V
Archief 1928 b