46 Hij leijt se bij der hant in sijn earner. Stathouwer. 880. Com, com, mijn uijtgelesene, u belovick, eer morgen, Uwen man te beschicken in uwe ermen. Sorght voor misval 4) niet, ick sal u beschermen. Gaen wij, herteken, om weijrent vermoijen rustich. 2) Laet ons rooskens plucken, te wijle sij bloijen lustich. Sinnen uijt. Schandelijcke lust. 885. Tert binnen de kasse ghij comt rechts van passé, Om blussen sijn liefde wat couwer. Helse lie practijcke. Cosijntgen, wat denckt u van onsen stat houwer? Gaet het nu met hem niet voor den windt? Scha n del ij cke lust. Ware dat vrouken wat beter gesint 890. Ende datter vreucht int werek schiep, ongemeten. Helsche practijcke. Zij en can haeren gaije met desen quackel 3) niet vergeten, Maer blijft als beseten aen den man gecnocht. Schandelijcke lust. Evenwel is hij bij liet dilleken gerocht 4) Ende gebruijckt wel bedocht het gewenste ijdoone. 5) Helsche practijcke. 895. Hij en gave dees vreucht niet om skeijsers croone. Ghij en weet hoe schoone hem dese luijte clanck. S c li a n d e 1 ij c k e lust. I)e nacht en schijnt hem nouwe een minuijte lanck Nu hij de spruijte vranck dus verre heeft verwonnen. 1) Misval ongeval. 2) Om vermoeienis te weeren, 3) Quackel, klaarblijkelijk: quackelare, beuzelaar, zwetser. 4) Bij het dilleken geraakt. Zie regel 395. 5) IJdoone geschikt, goed.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1930 | | pagina 108