14
aan de Leidse universiteit, vertrok 1588 naar Duitsland, 1594
ambassadeur van de Staten-Generaal bij Jacobus VI van
Schotland, aan wiens hof te Montgaillard hij tot zijn dood
(1604 of later) bleef als gezant en bovendien als opvoeder
van verscheidene adellijke jongelui. Zie over hem N.N.B.W.
III, kol. 273.
D o my n o o s (J u 1 y a n), z. pl„ 1598 (blz. 525). Blij
kens zijn inscriptie een Spanjaard.
Donnaeus (Andreas), Cambridge, z. j, (blz. 73).
Professor in het Grieks te Cambridge.
D u s o n (of Dieson (Ale x.), Falckland, 1597 (blz. 50).
Hij noemt zich Scotus, d.i. Schot. Ik vond zijn naam ner
gens vermeld.
Estey (G e o r g i u s), z. pl., 11 Juli 1597 (blz. 293).
George Esteye (15661601), theoloog, schrijver van com
mentaren op de Bijbel in Calvinistische geest. Zie over
hem: D.N.B., XVIII, p. 14.
Ferdinandus (Philippus), Cambridge, 1597 (blz.
53). Philippus Ferdinandus 15551601 een tot het
Christendom bekeerde Jood. geboortig uit Polen, vestigde zich
in 1596 te Cambridge, waar hij waarschijnlijk Hebreeuwse
lessen gaf. Van daar ging hij naar Leiden, waar hij o.a. Joseph
Scaliger in de Rabbijnse en Talmoedische literatuur onder
wees. Door Scaligers toedoen werd hij in 1599 met een
leeropdracht in het Arabisch bekleed, waarin hij het jaar
daarop tot professor werd benoemd. Hij overleed al in het
begin van 1601, door Scaliger diep betreurd. Zie over hem
Charles Henry Cooper and Thompson Cooper, Athenae Can-
tabrigienses, II (Cambridge. 1861), p. 239240, 549550:
W. M. C. Juynboll, Zeventiende-eeuwsche beoefenaars van
het Arabisch in Nederland (Utrecht, 1931), blz. 47, 52.
Fortsius (Georgius), Bazel, 11 September 1598
(blz. 307). Georgius Fortius, Mittelburgensis Selandus,
werd 3 September 1598 te Heidelberg ingeschreven. Waar
schijnlijk was hij een lid van de familie van de Voorde.
Foulerius (Guilielmus), Falckland, 6 Augustus