beschilderd met niet onaardige bergachtige landschappen, met op- en onder gaande zonnen, zandwegen met diepe sporen..." en zo gaat de auteur nog even door met zijn beschrijving. Hij laat er de humoristische mededeling op volgen dat de kledingstukken van de op het behang voorkomende figuren (naar de gegevens te oordelen 18e Eeuws) in opdracht van Oom Stastok in 19e Eeuwse worden veranderd door ,,een geestig schilder". Misschien kreeg de jonge Zwigtman ook dergelijke eigenaardige opdrachten uit te voeren in de woningen van welvarende Middelburgers. Het is bekend dat vele huizen, o.m. op de Dam, voorzien waren van be hangsels. W. S. Unger9) schrijft: „Eenvoudiger is het Lodewijk XVI-interi- eur Dam 39. De voorkamer heeft een betimmering met gesneden deuren, dessus de porte en beschilderde behangsels, op één waarvan een deel der signatuur(L) v(an) Oppe(n)... te onderkennen is." Zwigtman werkte slechts enkele maanden als behangschilder in Middel burg. De vroegtijdige dood van zijn vader, in 1801, noopte hem terug te keren naar Wissenkerke en daar het wagenmakersbedrijf weer ter hand te nemen, aldus melden F. Nagtglas 10) en J. Immerzeel11). De laatste voegt hieraan toe „Sedert blijft de Heer Zwigtman de kunst alleen tot uitspanning beoefenen". Cornelis zal ongeveer vier jaar de leiding over de wagenmakerij gehad hebben, toen zijn moeder Sia Zwigtman-de Moor hertrouwde met Cornelis van Melle, wagenmaker te Wissenkerke. Op 14 januari 1805 verschijnen „Cornelis van Melle, Weduwnaar van Catharina Goethals en Bruijdegom ten eenre en Sea de Moor, Weduwe van Marinus Swigtman en Bruijd wonende beijde alhier" voor de Secretaris en Schepenen van Wissenkerke en Geersdijk om „aan te gaan deezen contracte antenuptiaal." In dit contract komt het volgende voor „Begeerende de comparante voorts dat haar Huijs, Winkel, Schuur-hof en Erve, droog, groen, gewerkt en onbewerkt hout, gereedschappen en 't geen Verder tot de Wagen makers affaire behoort door neutraale en deskundige persoonen van Weers zijde eene te benoemen zal moeten Worden getaxeert en ingevolge van Welke taxatie haren zoon Cornelis Zwigtman vrijheid zal hebben al het op genoemde in Eygendom over te neemen, mits daarvoor in contante penningen betaaling doende." Wenst Cornelis een en ander niet over te nemen, dan zal 6 weken na het overlijden van Sia het lot beslissen wie van haar andere kinderen de wagenmakerij zal over kunnen nemen. Als voogden over de minderjarige kinderen uit haar huwelijk met Marinus Zwigtman stelde Sia aan „Jan de Moor, landman onder Cats woonagtig en Adriaan Swigtman wonende in den Eijlande van Walcheren." Aangezien het niet zeer waarschijnlijk is dat toentertijd in Wissenkerke twee wagenmakers zouden zijn geweest, is het mogelijk dat Cornelis van Melle bij Marinus Zwigtman „meesterknecht" was, zodat de oplossing van het huwelijk van 11

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1968 | | pagina 13