de achtergrond. Het verhaal speelt bij het veer van Kamperland, zodat mogelijk Veere is afgebeeld, zij het dan ook onherkenbaar. Een figuur in uniform met sabel gewapend en een bootsman met geweer staan in het midden van de groep, zij worden aangevallen door een boer. Op de achtergrond, als een kluwen, een troepje boeren zwaaiend met hooivorken. Voorts ziet men een dode en drie gewonden ter aarde liggen. In zijn voor rede vertelt Zwigtman dat hij het gevecht als ooggetuige meemaakte. Door middel van voetnoten verklaart hij zijn gedicht in practischer bewoordingen en noemt ook de namen van de slachtoffers. De gesneuvelde was C. Flipse te Cortgene. In de Atlas van Stolk te Rotterdam wordt een exemplaar van dit boekje (nr. 6277) bewaard, waar op de laatste bladzijden door Zwigtman zelf met de pen enkele toevoegingen zijn geschreven die hem in latere jaren betreffende deze gebeurtenis invielen en waaruit zonder meer blijkt dat hij zelf aan het gevecht heeft deelgenomen. Het derde in boekvorm uitgegeven gedicht is Levens-Bijzonderheden van Jan Steen, geschetst in twee zangen"20). Als titelplaat een afbeelding van Jan Steen door H. J. Backer, een lithografie. Ook in dit werkje ontbreekt het „voorberigt" (Wissenkerke, in Noord-Beveland, 21 januarij 1840) niet. Oorspronkelijk was het gedicht bedoeld voor de Zeeuwsche Volks Almanak, doch door te grote omvang werd het hiervoor ongeschikt. Hij noemt het zelf een „vrucht van eenvoudige luim". „Bemoedigd nogtans, door het niet on gunstig onthaal dat dezelve bij de lezing van een' onzer puikdichters mocht te beurt vallen, wage ik het daarmede openlijk te verschijnen...". Zou met deze „puikdichter" Tollens bedoeld zijn Een couplet uit de „Eerste Zang", blz. 2, luidde „O neen dit groot Bataafse wonder, Deed voor Romein, noch Gauler onder, Germanjer, Brit noch Kastiljaan, Om aan zijn helden zwier en leven en juisten tooi en stand te geven, Die ieder een verbaasd doen staan. Drie jaar vóór zijn dood, verschijnt nog„Levensbijzonderheden van Adriaan Brouwer"21), door C. Zwigtman, Schilder te Wissenkerke (met een plaatje). „Het plaatje" is niet van de hand van Zwigtman, het is een litho bij Treslong en Co. te Amsterdam gedrukt. Adriaan Brouwer is hierop in zijn atelier afgebeeld met een man die aandachtig een van zijn werken bekijkt. „Dit drukwerk werd al in 1827 uitgegeven in het „Middelburgs Tijdschrift ter bevordering van algemeene kundigheden", volgens het steeds aanwezi ge voorbericht. Het is omgewerkt, uitgebreid en van gebreken gezuiverd alvorens het in 1863 opnieuw verscheen. Inhoud en vorm zijn van hetzelfde gehalte als het gedicht over Jan Steen. 15

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1968 | | pagina 17