Nr. 8. Portret van een onbekende man, afb. 3. (in de inventaris van het
Zeeuws Museum geboekt als „Zeeuwse boer", inv. nr. 1141 hh, uit
de collectie geschonken door Mevrouw K. Franse-Ezerman, 1920).
afmetingen 40 x 28,5 cm
gesigneerd midden rechts C:s Zwigtman.
gedateerd 1816.
materiaal olieverf op paneel.
eigendom van Het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen. Bruik
leen aan het Zeeuws Museum te Middelburg,
beschrijving Gelaat naar rechts gewend. De afgebeelde draagt een
zwarte jas, waarop knopen met versieringsmotieven. In de revers aan weers
zijden een zeer laag ingesneden knoopsgat. Overhemd wit met gele dwars-
strepen, waaronder wit boord en brede rode das met ingeweven stermotief.
Op de bef een gouden dasspeld, voorstellende een takje met bloem en
blaadjes. De kleding doet meer aan burger- dan aan hoerendracht denken.
Dit werkje kan tot het beste gerekend worden van Zwigtman's portretten.
Het is in een ovaal geschilderd.
Nr. 9. Portret van een onbekende man. (in hoerendracht van Nieuwland
afmetingen 43,5 x 34 cm.
gesigneerd links in het handschrift van Zwigtman in gele letters
C Zwigtman 1816 naar het leven 1808.
rechts in het handschrift van Karei Kramer in zwarte let
ters K. Kramer voor C. Zwigtman.
gedateerd 1816 en 1808.
materiaal olieverf op doek.
eigendom van Het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen. Bruik
leen aan het Zeeuws Museum te Middelburg,
beschrijving Het gelaat is naar links gewend. De afgebeelde draagt
een driekante steek waar het haar halflang uitkomt en een zwarte jas waarin
hij zijn rechterhand heeft gestoken. De knopen van deze jas zijn versierd met
een kruismotief. Een gekleurd vest (bruin fond met blauwe figuren) is even
zichtbaar. De halsdoek is bruin met bloemen in rood, wit en blauw. Uit de
halsdoek komen twee gouden knopen te voorschijn, van dezelfde soort als
thans nog bij de hoerendracht van Walcheren worden gedragen. In het
zichtbare rechteroor draagt hij een gouden ring. Het portret is geschilderd
in een ovaal.
Wat de jaartallen betekenen is niet bekend. Aannemelijk is dat Zwigtman
deze figuur in 1808 naar het leven schilderde. De driekante steek was toen
reeds uit de mode bij de burgerdracht, doch kan bij de hoerendracht nog
gebruikelijk geweest zijn. Zwigtman heeft het mogelijk in 1816 zelf nage-
20