laterale contour vertoont een matige welving. Het rechter porion lijkt vol
komen opgevuld met een beenmassa. De norma occipitalis geeft een indruk
van robuustheid zijdelings wijkt de omtrek iets naar boven en naar buiten
uit. De bovenomtrek is toegespitst. Er zijn duidelijk twee lineae nuchae aan
weerskanten.
De processus mastoideus is matig ontwikkeld, de condylen opvallend kort
en de clivus vrij vlak. De fossa glenoidalis is ruim en het gehemelte tamelijk
klein. Van de gebitselementen is niet anders aanwezig dan de rechter
praemolaar. De afstand van de condyle tot de processus mastoideus is
groot en het foramen magnum klein.
Toren hoeve 9.
Schedelrest van tamelijk dun bruin gebeente; de aangezichtsschedel is
tamelijk compleet. Aan het neurocranium ontbreekt rechts een aanzienlijk
deel, lateraal en aan de basis. Van het gebit zijn aanwezig links en rechts
de eerste praemolaar. Het object mag worden toegeschreven aan het vrou
welijke geslacht.
De norma facialis doet zich voor als tamelijk smal. De oogkassen hebben
schuin afvallende lange assen. Er is geen spoor van een arcus superciliaris.
Uitgaande van het nasion is er over 2 cm een mediane sutuur zichtbaar in
het os frontale. De kroonnaad en de pijlnaad zijn ten dele verbeend. Aan de
norma lateralis vallen de vrij sterk naar voren springende nasalia op. Het os
frontale heeft een sterk oprijzende begrenzing, die overgaat in de langgerekte
bovencontour. Occipitaal ondergaat de lijn een sterke helling, die zich voort
zet in een duidelijke welving. Naar het foramen magnum toe wordt de lijn
tamelijk recht. Heel veel relief heeft het os occipitale niet. De processus
mastoideus is klein, evenzo de fossa glenoidalis. De tandenboog is wijd (ver
hemelte index 100 Overigens moet worden opgemerkt, dat ook zonder
te beschikken over de maximale breedtemaat, beweerd mag worden, dat het
object dolichocephaal is. Een eigenlijke glabella ontbreekthet frontale
meetpunt ligt 4 cm boven het nasion.
Toren hoeve 10.
Grijskleurig schedelfragment, waaraan de gehele basis en het aange
zichtsgedeelte ontbreken. Alle aanwezige naden zijn intact; het gebeente is
dun. In de norma facialis is er een lichte aanduiding van de arcus supra-
ciliaris en vlak boven het nasion nog een spoor van een mediane sutuur. De
bovengrens is iets toegespitst. Het object geeft de indruk afkomstig te zijn
van een vrouwelijk individu.
Norma lateralis. Na een steil oplopend begin vertoont de bovengrens een
vrij strak gebogen lijn, die zich voortzet tot het lambdapunt. Daar begint de
43