titel Sir over. In deze tijd trouwt hij met Barbara Gamage, maar telkens moet hij weg en schrijft hij briefjes in deze trantwil not fayle to come to my sweet Barbara" en eindigt met „Your most loveing husband" of wel „Farewell sweete wenche" (1587, 1588). Het leger zal hem blijven opeisen want wij zijn in de tijd van de Armadacrisis. We vinden hem in het leger te Tilbury en op een missie naar Schotland. Wanneer hij precies tot gouverneur van Vlissingen benoemd wordt, weten wij niet, maar in 1589 wordt hij vanuit deze stad van allerlei zaken op de hoogte gehouden. Op 22 november 1589 krijgt hij uit Vlissingen bericht dat zijn huis bijna in gereedheid is gebracht. Verder wordt hij overstroomd met klachten over de ellende en ontberingen van de soldaten alsmede over gebrek aan geld. Dat Sidney voor deze post werd uitgekozen, behoeft ons niet te verwon deren. Hij kende de Nederlandse toestanden en de naam Sidney had door het ijveren van zijn broer voor de zaak van het protestantisme een goede klank. Het was geen tijd om een post te weigeren, want al spoedig blijkt dat hij verlangt terug te keren en het leven te leiden van een Engels landedelman. Hij mist ten enenmale de brandende ijver van zijn broer voor het protestantis me en de vrijheidstrijd van de Nederlanden. Hij voelt zich niet thuis in de koude, vochtige pandstad. Hij verlangt naar zijn vrouw en kinderen. Hij staat evenwel in dienst van zijn koningin en het zal niet in hem opkomen zijn ambt als gouverneur te verwaarlozen. Vanaf 1589 tot aan het vertrek van Robert uit Vlissingen in 1616 is de uitgebreide correspondentie bewaard gebleven, die een goed beeld geeft van de situatie in Vlissingen, Zeeland en de Nederlanden. Wanneer Robert in Engeland is, geven de brieven aan hem van zijn plaatsvervanger in Vlissingen een geregeld gedetailleerd verslag van de toestand. Als hij op zijn post te Vlissingen is teruggekeerd geven de brieven aan hem van zijn agent in Engeland een beeld van de intriges en gebeurtenissen aan het hof van Eliza beth, maar ook worden we goed ingelicht over zijn bezittingen, zijn vrouw en kinderen. Wanneer er begin 1591 een briefje komt uit Lincolns Inn: „I pray you have care of your estate for your own good; I never knew any so out of order", dan zal dit waarschijnlijk op Penshurst Place slaan, dat in deze tijd een ruïne geweest moet zijn. Het is Robert geweest, die men als de restau rateur en uitbouwer van de bezitting mag beschouwen. Rond 1600 laat hij de fraaie Long Gallery bouwen. Telkens weer blijkt uit de brieven hoeveel hij zich aan de gebouwen en tuinen gelegen laat liggen. Het is duidelijk dat koningin Elizabeth wat tegen hem heeft. Op een verzoek om verlof wordt afwijzend beschikt met als argumentatie dat ook zijn voorganger Russell gedurende zijn ambtsperiode niet is weg geweest. Lord Buckhurst schrijft hem 13 augustus 1591 „I moved her Majesty twice for your leave, but found her unwilling; there is in her breast 51

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1968 | | pagina 57