oog Edil Kunst-Mecien! wat wierd myn gee(l verflagen,
"Wen ik uit Middelburg vernam, dat Gy door plaagen
Van kramp in 't hoofd, van koorts, en pyn wierd nêcrgevelt.
Myn bert wierd als doorpriemt, door droefheid gantfch onflelt
Ik dagt, wat zwsaeen flag zod dit aan Zeeland geven
Aan Wysheids Minnaars, als die Heer zoo vroeg van 't Leven
Berooft wierd, en die Zon op Middag onderging?
Vat zou 't Museum, wat 't Genootfchap onderling
Veel miiïcn, als het wierd, van all'zyn'Liefdedaaden;
En. Hulp en Zorg ontzet? wat zou het, ovcrlanclen
Van kommer, treuren ora't verlies van zulk een Hoofd.
Yuens flerven allen glans, en groei, en bloei verdooft?
Paar k<>omt de BlymaarLoov' mynZiel den God der godeq
Die, naar zyn Rn:\dsbenuit,hcrP.elling heeft geboden.
Ik ben, O? Menschen vriend! in mynezicl verblyd,
Om elft Gy van de kramp, en koortfen zyt fcevryd
Nu kunt Cv wederom Uw* Schat, Uw' Hulp befreeden
Tot nut van Middelburgs Museum, en de Leden
Van't Zecufch Genootfchap, '.twelk de neergedrukte Stad,
K meen Vlisfingen, erkent voor Wieg en Bakermat.
Leev' lang, naar Uwen Luft! doorzoek de Wetenfchappen!
Door/.ock. de Hemelen, de Aarde, en all* de Stappen
Van 's Heeien Wyshcid, Magt, en Goedheid, die Hy toont,
Zoo wel in Hemel, als op de Aard', door ons bewoont!
Uw' Weetluft moge lang op't spoor der Wysheid draaven
Met Dryfhout, met BaIlot} roer Krom, en and'rc Braavtn,
Als Fokker, van der Palm, die door de Taal- en Vis—
En Tclkunil, Wysbegeerte, en, 't geen te roemen is,
Voor al, door Kunde in 't Woord van God, zyn hoogverheveju
Lang moogc Uw' Geefl met Hen naar Kunde en Godvrugt street cui
Tot dat een spade dood in hoogen Ouderdom
U opwaardsvoere naar het Hemelfch Heiligdom,
Om daar, met de Eng'lenrei, met all' de Hemellingen
Volmaakt vereend, Gods Lof eeuw uit, eeuw in te zingen.
Vere, den 13 Febr: j790.