servator had bekrachtigd. Omtrent de werkzaamheden werd overleg gepleegd
met de hoofdconservator, wat resulteerde in een werkplan.
In het Beleidsplan 1981 pag. XXXII punt d staat het een en ander algemeen; de
taken zijn vermeld op pag. XXXIII, laatste alinea. Deze houden in:
de registratie; b. het toezicht; c. de acquisitie; d. het vergaren van middelen tot
completering.
ad a. De registratie zal omvatten:
1. de positieve registratie, van de munten en penningen die wèl aanwezig zijn.
2. de negatieve registratie van de ontbrekende stukken die er wel geweest zijn
volgens de catalogi van Lammens (1792), Rethaan Macaré (1823), Fokker
(1869), De Man (1907) en sedertdien verschenen aanwinstenlijsten.
3. registratie van numismatische literatuur en documentatie in het bezit van het
Genootschap, waar deze zich op dit moment ook zoude bevinden.
4. verzamelen van gegevens uit het oud-archief, waaruit zal blijken wie wat ge
geven heeft en met welke clausule reservatoir. Ook de rekeningen van aan-
en verkoop en de bestemmingen van deze gelden zullen de aandacht hebben.
5. het verzamelen van literatuur over de numismatiek, m.n. de bronnen uit de
archieven, de contemporaine publicaties, als hulpmiddel der wetenschappe
lijke registratie. Waar deze evenwel opgeborgen zouden kunnen worden
voor het wetenschappelijk gebruik is nog een open vraag voor de Algemene
Vergadering, omdat de behuizing in de Wagenaarstraat van het Genootschap
verlaten is en er geen eigen territoor meer is.
beschrijving der collectie en beeldregistratie van het bezit, als voorloper van
een nieuwe catalogus.
ad b.
Het toezicht is teruggevallen tot dat van de regententijd. De hoofdconservator
met de conservatores zijn te beschouwen als de buiten-vader van het Gasthuis of
het Weeshuis. Als binnen-moeder treedt op de bemanning van het Zeeuws Mu
seum.
ad c.
De acquisitie zal gericht moeten zijn op aanwinsten zowel in metaal als in papier,
zoals bankbiljetten en archiefbewijsstukken. Geldige bankbiljetten zijn zéér
welkom, maar behoren echter ad d.
Het doel der acquisitie moet vastomlijnd zijn, om niet te verdrinken in een oe
verloos meer. In deze omlijning dient een lijst te worden opgesteld van belangen
en prioriteiten van het kabinet, vooral in verband met de besteding van geldmid
delen.
Tevens dient de mogelijkheid opengesteld te worden om buiten deze lijst schen
kingen of erfstellingen te kunnen ontvangen van materiaal dat een beeld geeft
van het algemeen cultuurhistorisch en economisch bestel van betaalmiddelen in
Zeeland, getuige de muntvondsten en de gewichten in dienst van de handelsbe
trekkingen, weliswaar een secundaire prioriteit bij aankoop, maar van wezenlij
ke betekenis in het kader van het algemene uitgangspunt van het Genootschap.
In ieder geval zal een derde beeldenstorm uitgesloten dienen te worden.
Als aanwinsten van voorgaande jaren dienen vermeld te worden:
XIII