Cc)
5
4 -
A Temp.
3 -
O -
- 1 1 I I I I IIIII
J FMAMJ JASOND
8.7. Gemiddeld verschil in maandtemperatuur tussen de meetreeksen Van de Per-
re - Labrijn. (Walcheren - De Bilt, 1782 -1788.) De marges geven de uiterste
verschillen aan.
delde dat door Labrijn voor De Bilt is berekend60. Maar ook in de latere jaren
zijn Van de Perre's temperatuurmetingen waarschijnlij k iets te hoog vergeleken
met de huidige meetnormen. Een vergelijking voorde periode 1782-1788 tussen
alle maandgemiddelden van Walcheren en die welke Labrijn geeft voor De Bilt,
geeft als uitkomst dat op één enkele uitzondering na alle metingen door Van de
Perre hoger uitkomen dan de waarden voor De Bilt (zie grafiek). Het kustkarak-
ter van het meetstation Walcheren zou daarentegen aanleiding moeten geven tot
afwisselend lagere waarden in de zomermaanden en hogere waarden in de win
termaanden. Overigens gaan vrijwel alle beschikbare meetreeksen in deze peri
ode mank aan zekere afwijkingen. Zo is ook de door Labrijn gegeven 'mee-
treeks' pas ontstaan na statistische correctie van werkelijk gemeten temperatu
ren.
Keren we terug naar het klimaat van 1780. Ook dit jaar staat 'wegens de hitte,
stilte en droogte in de zomer- en herfstmaanden' als 'zeer merkwaardig' te
boek59. In 57 dagen was er geen noemenswaardige regen gevallen, zodat 'de
landman het water voor zijn vee moest aandragen om het te behoeden voor van
dorst te sterven'. En alhoewel 1781 door tijdgenoten 'minder aanmerkelijk' ge-
87