47. Zeelands Chronyk Almanach (1792), 23-24. Van de Perre wilde met de 'Ontleed- of
Anatomiekamer' zowel de functie van de vervallen stadsanatomie ten behoeve van de
'leerlingen der Genees- en Heelkunde' herstellen, als voorzien in de behoefte van de
Teeken-Academie aan anatomische scholing voor de 'teekenaars van 't Mensch-
Beeld'.
VII. DOOD EN NALATENSCHAP.
1. vgl.Geyl (1959), 192- 197.
2. Van der Palm (1790), 17.
3. KHA, corr. Van de Perre - Willem V, 7 juni 1789; vgl. brieven van 9 juni en 10 juli
1789.
4. brief van J.A. van de Perre aan Ds. H.A. Tollé, 16 febr. 1790. afgedrukt bij: Tollé
(1790), 10-11.
5. Tollé (1790), 8-9. Tollé's rij men op Van de Perre en anderenzijn volledig gekraakt en
als 'ouderwetsch' bestempeld in een recensie van zijn boekje in de Algemeene Vader-
landsche Letteroeffeningen (1791), nr. 1, 41 - 44. Als verdediging verscheen hierop:
Brief van een Vriend aan een Vriend. In zich bevattende Bescheidene Aanmerkingen op
de Onbescheiden Handelwyze, door de Schryvers van de Algemeene Vaderlandsche
Letteroeffeningen gehouden omtrent den Eerwaardigen Tollé, predikant te Vere, Mid
delburg, F.L. Wetter/Vlissingen, T. Corblyn/Vere, C.M. van de Graaf, z.j. [1791].
(PBZ)
6. PBZ, coll. handschr. (KZGW) 2376 (8 april 1790, gericht aan ZGW); KHA, (gericht
aan Willem V); Archief HMW, notulenboek, fol. 1541 (1 juni 1790, ontvangen 11 mei
1790).
7. Van de Perre betoont zich hiermee geen aanhanger van de opvatting volgens welke
het begraven in kerken afgekeurd diende te worden. Gezien zijn belangstelling voor
de kwaliteit van de lucht was het denkbaar geweest dat hij een teraardebestelling bui
ten een kerkgebouw had nagestreefd, (vgl. Snelders (1980), 43.)
8. Door Jhr. P.J. Rethaan Macaré is zijn zerk als volgt beschreven: 'Een Manswapen
Van de Perre met cimier [HJZ: helmteken] als nr. 183. Het wapen word gehouden
door twee zittende Leeuwen, met de Staarten tusschen de pooten naar boven steeken-
de ziende de regter Leeuw agterom en de Linker vlak van vorenhoudende ieder een
Standaard met goude franjes om de vaantjes, het rechter beladen met het wapen der
Heerlijkheid van Nieuwerve, zijnde een zwart veld met een zilvere burgt, hebbende
ter weerszijden naast den top een goude Ster van zes puntenHet linker met het wapen
der Heerlijkheid van Weizingen, zijnde een blaauw veld van onder bezet met zilvere
vlammen en in de rechterhoek een Canton zijnde een goud veld gecarteleerd 1 4 met
zwarte en 2 3 een roode klimmende Leeuw.
Obiit 8 april 1790
Agt quartieren
Van de Perre Steengracht
Schorer De Huijbert
Veth Meerman
Steengracht De Huijbert
(Uit: Jhr. P.J. Rethaan Macaré, Wapenborden en Wapens op Tombes, Monumenten
en Grafgesteenten in de kerken van de voormalige Provincie Zeeland tot in 1798 aanwe
zig geweest, afgeteekend en opgenomen voor de opruiming door P.J. Rethaan Macaré.
(handschrift bij Kon. Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde te 's-Gravenhage,
copie op RAZ), deel I (Oude Kerk, nr. 189).
9. KHA, brief Willem V, 16 april 1790.
143