27. We gaan verder voorbij aan de incidentele berichten omtrent Van de Perre's microsco
pische waarnemingen. Zo doet hij in oktober 1784 enige mededelingen aan Leendert
Bomme over parasieten 'gevonden op de schubben, vinnen staart kiewen van twee
onzer Goudvisjes' (PBZ, handschr. coll. (KZGW), 1481; vgl. Van Benthem Jutting
(1969), 22-23.) In september 1785 bericht hij Jacob van Breda over 'een groene stof,
die op de oppervlakte myner gragten drijft', en waarin hij onder de microscoop enige
verwantschap meent te zien met 'de groene stoffe van dhr Priestley', (vgl. J.G. de
Bruijn, 'Plant-Physiology', appendix V van Forbes, Lefebvre De Bruijn, (1969-
1976), VI, 418. (Zie ook Ingen-Housz (1785), II, 275 - 410.)
28. Voor het eerst beschreven door Ingen-Housz in 1779. (vgl. Wiesner (1905), 72 - 75.)
De uitvinding van de eudiometer gaat terug tot Priestley, waarna een grote verschei
denheid aan eudiometers door verschillende onderzoekers is ontwikkeld. (Turner
(1973), 244-246; Wheatland (1968), 164 - 168.)
29. J. van Breda, 'Proeven met den Eudiometer van Fontana, welke aantoonen, dat ver
schillende soorten van water verschillende uitkomsten by het toetsen van Dampkring-
lucht te weeg brengen, en de nuttigheid aanwyzen, van ten allen tyde tot die Proeven
gedestilleerd water te gebruiken, den Heere Ingenhousz briefswyze voorgedragen',
in: Ingen-Housz (1785), 11,411 e.v. Overigens had men bij proefnemingen met de eu
diometer ook te kampen met het probleem van de zuiverheid van het gebruikte NO,
dat dikwijls met N02 en N2 was verontreinigd.
30. Ingen-Housz (1785), II, voorbericht XV. Dit geschiedde door Van de Perre. Zie
hoofdstuk VIII, noot 20.
31. Kuenen (1919), 32.
32. Enklaar (1972), 47. Het is ook mogelijk dat Van de Perre de eudiometer van Jean Hy-
acinthe Magellan (1723-1790) bedoeld heeft. In de catalogus van zijn bibliotheek komt
althans voor: J.H. de Magellan, Beschrijving van een glaze Werktuig om in weinig mi
nuten Mineraale Wateren te maaken{\119)\ met daarbij geschreven de opmerking
"hoort by instrumenten'. In deze uitgave staan ook Magellan's eudiometers beschre
ven. (vgl. Turner (1973), 244 - 245, 365.)
33. Turner (1973), 245 - 246; Wheatland (1968), 168.
X. BIBLIOTHEEK EN KABINET.
1. vgl. F. Lugt, Répertoire des catalogues de ventes publiques 1600 - 1825, (La Haye,
1938): nr. 5803.
Een drietal veilingcatalogi is opgespoord. Eén is in het bezit van de heer P. van de
Veen te Oostkapelle, een tweede exemplaar berust in de PBZ, en een derde bij de
Vereniging ter bevordering van de belangen des boekhandels te Amsterdam.Het
exemplaar in de PBZ is blijkens notities waarschijnlijk afkomstig van J.P. Bourjé
(1774 -1834), een van de kopers op de veiling. In de catalogus van Bourjé's eigen bibli
otheek (geveild 1834, catalogus in PBZ) wordt vermeld de catalogus van de bibli
otheek van J A. van de Perre 'met de pryzen, zoals alles verkocht is'. Dit exemplaar is
toen voor ƒ1,70 gekocht door de kunstschilder Jacobus Cornelis Gaal (1796-1866).
2. Zie over het probleem van ondergeschoven boeken in een achttiende eeuwse veiling:
R. Dijkstra - van Bakelen, 'De veilingcatalogus van maart 1789 van Betje Wolff en
Aagje Deken', Documentatieblad Werkgroep Achttiende Eeuw, nr. 34/35 (1977), 123
e.v.
3. RAZ, FA Schorer 481, fol. 445.
4. Zie de afbeelding bij Jilleba (1979), 75.
5. RAZ, FA Schorer 481, fol. 429 e.v.
6. Zie over het kamerorgel: Kluiver (1974), 33-34.
151