ge van A. A. van Schelven, 'Het Zeeuwsch mysticisme', in Gereformeerd Theologisch
Tijdschrift 17 (1916), 141-162.
12. Zie o.a. J.S. Bromley en E. Kossmann (red.), Britain and The Netherlands: papers
delivered to the Oxford-Netherlands Historical Conference, London, 1960.
13. Zie C. Graafland, 'De invloed van het puritanisme op het ontstaan van het gerefor
meerd piëtisme in Nederland', in Documentatieblad Nadere Reformatie 7 (1983), 1-
24 en K.L. Sprunger, Dutch Puritanism; a History of English and Scottish Churches of
the Netherlands in the Sixteenth and Seventeenth Century Leiden, 1982)i.h.b. hoofd
stuk 7.
14. Zie de gegevens en literatuur bij P.J. Meertens, Letterkundig leven in Zeeland in de
zestiende en de eerste helft der zeventiende eeuw, Amsterdam, 1943 en meer recent
o.a. A.G.H. Bachrach, Sir Constantin Huygens and Britain: 1596-1687; a Pattern of
Cultural Exchange. Vol. One. 1596-1619, Leiden-Londen, 1962.
15. Zie W.J.M. Engelberts, Willem Teellinck, Amsterdam. 1898 (reprint Amsterdam,
1973); H. Bouwman, Willem Teellinck en de Practijk der Godzaligheid, Kampen,
1928 (reprint 1986); Meertens, Letterkundig leven, 173-178 en recent idem, 'Willem
Teellinck'in Biografisch lexicon voor cle geschiedenis van het Nederlandse protestan
tisme, deelI(Kampen, 1978), 373-375. Losse aanvullingen geeft W.J. op 't Hof, 'Wil
lem Teellinck in het licht zijner geschriften', in Documentatieblad Nadere Reformatie
1 (1977) e.v., nog lopende serie.
16. Zie F.S. Knipscheer, in: Nieuw Nederlandscli Biografisch Woordenboek (Leiden,
1937), vol. X, c. 1065-1066; P.J. Meertens, 'Godefridus Cornelisz. Udemans', in
Ned. Arch. Kerkgesch. 28 (1935) 65-106 en B.W. Steenbeek, 'Godefricus Udemans',
in Biografisch Lexicon, 385-386. Verder A. Vergunst, Godefridus Cornelisz. Ude
mans en zijn 't Geestelyck Roer van 't Coopmans Schip, Rotterdam, z.j., en'Godefri
dus Cornelisz. Udemans en zijn Coop-Mans-Iacht', in Wegen en gestalten in het gere
formeerd protestantisme (Amsterdam, 1976) 123-140, beide herdrukt in A. Vergunst,
Neem de Wacht des Heeren waar. Korte levensbeschrijving en een keuze uit hetgeen hij
geschreven en gesproken heeft (Houten-Utrecht, 1983), 231-283.
17. Zie voor de bibliografie van Teellinck: Engelberts, Willem Teellinck, 211-223, en J.
van der Haar, in W. Teellinck, Noord-Sterre, herschreven door J. van der Haar
(Dordrecht, 1971), 365-384; van Udemans: J. van der Haar, in G.C. Udemans, De
Ladder Jacobs, dat is: Korte en duidelijke voorstelling van de juiste weg naar de hemel,
in bepaalde trappen onderscheiden herschreven doorJ. van der Haar (Dordrecht,
1976), 232-238.
18. De titels zijn weergegeven volgens de door mij gebruikte en geciteerde edities. Tus
sen haken staat het jaar van de eerste editie. W. Teellinck, Een getrouw Bericht, hoe
men sich in geval van sieckte, ende verlossinghe uyt deselve draghen moet, Amster
dam, Marten Jansz. Brandt, 1647 (1608) (UB Leiden); idem, Weech-schale des Hey-
lichdoms, aen-wysende hoe wy ons hebben moeten, als Gods volck in ongeluck comt,
en hare vyanden boven sweven, mitsgaders De rust-plaetse des ghemoets, aenwijzende
dat alle dingen wercken ten besten van Gods kinderen met noch een dialoge verdu
rende hoe wy Gods segen, tot wei-varen van ons selven, en van Gods volck souden be-
comen moghen Middelburg, Hans van der Hellen, 1621 (ook los uitgegeven bij
Geeraert van de Vivere); idem. Balsem Gileads voor Zions wonde, Middelburg, H.
van der Hellen, 1622; idem, Nieuwe Historie van den ouden mensche: daer in verhan
delt wert, het leven, ende sterven van den ouden mensche; ende hoe dat uyt de doot des
ouden menschen, de nieuwe mensche op staet, ende voortcomt, Middelburg, H. van
der Hellen, 1623; idem, Noord-sterre, aenwijsende de rechte streecke van de waere
Godtsalicheydt, Groningen 1642 (1629) (UB Leiden); idem. Houweel des Gheestes
om allerley boos onkruydt, dat de vyandighe mensche in het hofken onze herten ghe-
saeyt heeft uyt te roeyen; ende alsoo plaetse te maken voor de plantingen des Heeren,
Vlissingen, Samuel Claeys Versterre, 1628(1624, LIB Leiden); idem, Wraeck-swaert,
81