Fig. 9. Een tuin te Middelburg in het begin van de zeventiende eeuw: De Louwer
hof gelegen achter het huis van de gebr. Van de Venne aan de Korte Burg.
middels in Leiden was aangekomen. In deze brief klaagt hij erover dat Hooghe-
lande niet graag de delphinium deelt die hij van Clusius heeft gehad. Tevens
stuurt hij Clusius wat wijn en zuidvruchten3. Ook Joh. de Jonghe klaagt 14 mei
1596 in een brief, dat, ditmaal, Roels alles voor zichzelf houdt. Zomer 1598
maakt Clusius een reis naar Roels en Parduyn in Middelburg om daar hun tuinen
en planten te zien. In aug. 1599 volgt dan een tegenbezoek door Parduyn1.
Een plant die Roels in zijn eerste brief (van 1590) noemde, een Liliumpersicum
met witte bloemen, interesseerde Clusius kennelijk zoveel, dat hij Roels om ver
dere informatie moet hebben gevraagd; bolgewassen waren een specialiteit van
Clusius12. 22 maart schrijft Roels dan terug dat de bloem van het eiland Iudica
(Giudecca) gekweekt is in de rijkste tuin aldaar door een Duitse hortulanus, die
tevens een Cyclamen kweekte met gele bloemen. N.a.v. deze mededeling spant
Clusius zich dan in om exemplaren van deze planten te pakken te krijgen12.
De contacten in Zeeland waren voor Clusius van belang om op die manier post
en planten van en naar andere landen te krijgenIn ruil daarvoor stuurde hij bol
gewassen met name naar zijn connecties en noemde ze in zijn boeken. Zo schrijft
Johan Somer8 mei 1597 aan Clusius. Van Sorner is een reisverhaal, in 1649 uitge
geven, bekend. In zijn brief vertelt hij Clusius dat hij eigenlijk niet durfde te
schrijven, maar dat De Jonghe, 'Jasperduyn' en Roels hem aangemoedigd heb
ben. Hij biedt aan zaden te sturen in ruil voor bijzonder gekleurde tulpen en een
vermelding in het "Herbarium1 van Clusius. Clusius vermeldt hem inderdaad in
zijn Rariorum. Nog aardiger is de brief van Noirot, een koopman, die ingescha-
90