la Johanna de Timmerman (1724-1786), de dochter van bovengenoemde Pieter
de Timmerman. Zij geniet enige bekendheid als dichteres, maar volgens de ge
tuigenissen ging haar interesse eigenlijk uit naar de exacte wetenschappen27.
Voor een vrouw was het echter nauwelijks mogelijk om zich in deze richting te
ontplooien. De maatschappelijke conventie schreef anders voor. Van een vrouw
verwachtte men nu eenmaal eerder een dichtstukje, dan een wetenschappelijke
verhandeling.
Dit conflict loste zij aanvankelijk op door dan maar te dichten over de weten
schappelijke lessen van Leonardus Stocke of over De Munck's waarnemingen
van de komeet van 1744. Met dit laatste gedicht betoont De Munck zich overi
gens zo ingenomen dat hij het laat drukken, zodra hij het in handen krijgt, en
met een korte verklaring toevoegt aan de nog niet verspreide exemplaren van
zijn al enige tijd tevoren uitgegeven verhandeling. Binnenskamers gaat Petro-
nella echter gestaag door met de bestudering van wetenschappelijke en filosofi
sche werken van Wolf, Leibnitz, Van Musschenbroek, Voltaire, Réaumur en
vele anderen. Ook vermaakt ze zich met kegelsneden en microscopen. Buitens
huis bekwaamt ze zich met sterrenkundige instrumenten op De Munck's obser
vatorium.
Het maatschappelijk conflict tussen verwachtingspatroon en eigen ambitie weet
ze uiteindelijk in 1769 handig te omzeilen door in het huwelijk te treden met de
negen jaar jongere prof. Johan Frederik Hennert (1733-1813), hoogleraar wis
kunde en astronomie in Utrecht28.
Van zijn hand is ook de - nu nog zeer leesbare - necrologie van Petronella, een
geschrift dat hij in 1786 samen met haar nagelaten gedichten publiceert. De le
vensschets geeft ons een aardig beeld, onder meer van haar experimentele vaar
digheden. Ze kon, aldus Hennert, 'gemakkelijk een Verrekijker van veertig
voeten stellen. De vaardigheid van het behandelen der werktuigen heb ik dikwils
zo t'huis als op den Starre-toren bewonderd; ik zoude haar deswegen benijd heb
ben, ware zij niet de dierbaaTe gezellin van mijn leven geweest'.
Onder haar papieren bevonden zich bovendien nog talloze ontwerpen van zon
newijzers en astronomische berekeningen van 'Maanplaatsen en Eclipsen'.
Haar laatste berekening betrof de doorgang van Venus voor de zon, 'in het jaar
1769 wanneer ik haar als bruid kon begroeten. Ik leidde haar als bruid op
den Starretoren om de vereeniging van Venus met de Zon te zien[maar] donke
re wolken ontrukten haar het vermaak, van de uitkomst der bereekening naar te
speuren'. Zeer toepasselijk had dit echtpaar dus de datum van hun huwelijk op
deze zeldzame Venus-passage afgestemd29.
Resumerend mogen we vaststellen dat de aanwezigheid van De Munck's obser
vatorium in Middelburg geen merkbare invloed heeft gehad op het niveau van de
wetenschapsbeoefening van de Walcherse elite aan het eind van de achttiende
eeuw. Daarentegen lijkt er wel een stimulans van te zijn uitgegaan voor de beoe
fening van de sterrenkunde onder leden van de burgerij30.
Hierdoor kunnen we ook verklaren dat we in de jaren tachtig van de achttiende
eeuw in Middelburg twee uitingen van astronomische werkzaamheid kunnen
waarnemen van een volstrekt verschillend gehalte. Enerzijds zien we de weten
schappelijke misser van het door de Walcherse elite zo geprezen planetarium,
terwijl anderzijds Middelburg toch ook de stad is waar een burger als W. A. Wil-
lems een belangrijke astronomische toepassing lanceert. In een in 1781 versche-
144