Den Helder leefde in de vorige eeuw de bakker Cornelis Breet, die tevens evan gelist en zondagschoolhouder was. Als 'moreel geweten' in de rosse buurt van dit marinedorp was hij even populair als gehaat. Op een nacht werd hij uit bed gebeld en geroepen naar een ernstig zieke. Onderweg passeerde hij een smalle brug over een gracht. Tot zijn teleurstelling bleek de moeite tevergeefs le zijn. Twintig jaar later kwam er een man de winkel van Breet binnen om te bekennen dal hij met een vriend hem in die bewuste nacht had willen laten verdrinken. De pooiers hadden de moed verloren omdat de evangelist door twee engelen werd geflankeerd. Zijn belager was inmiddels door ijverig bijbellezen tot gelooi'geko men4-1. Het verhaal van 'zalige Breet' werd bekend door hel baanbrekende boek dat de Haarlemse arts H. C. Moolenburgh in 1983 aan het bestaan van engelen wijdde. Dezelfde auteur publiceerde in 1991 een vervolgbundel waarin nog meer 'enge lenwachten' zijn vastgelegd. Moolenburgh nam ook het verhaal over Smijtegelt op in deze reeks, waarbij hij ten onrechte aannam dat deze geschiedenis al rond 1700 werd opgetekend. In feite blijkt het meestal le gaan om verhalen over per sonen die in de tweede helft van de negentiende of in de eerste helft van de twin tigste eeuw leefden46. Ondertussen ken ik alleen al uit Nederland een kleine twin tig sterk overeenstemmende engelenverhalen. waarin meestal predikanten of evangelisten uil de hervormde kerk of uit afgescheiden gemeenten van omstreeks 1900 het middelpunt vormen. De meeste vertellingen zijn hier of daar gepubli ceerd47, andere verhalen behoren nog steeds tot het mondelinge circuit. Tegen deze achtergrond ligt het voor de hand om ook aan het verhaal van 'de engelenwacht van dominee Smijtegelt' geen achttien de-eeuwse oorsprong toe te dichten. Zeker als we bedenken dat het verhaal tenslotte pas rond 1930 schrifte lijk is vastgelegd, is het aannemelijk om te veronderstellen dat hier slechts een legende die enkele decennia eerder onder bepaalde bevolkingsgroepen in ver schillende regio's verbreid was geraakt, op diverse personen zijn toegepast. Het zou dan gaan om een typische sage, die van mond tot mond en van generatie op generatie wordt doorverteld, zonder dat een duidelijke of verifieerbare bron van de 'ware gebeurtenis' wordt genoemd43. Als vrome slachtoffers in het wellicht negentiende-eeuwse standaardverhaal over de beschermengelen figureren dan vooral geliefde voormannen uit het recente verleden, maar blijkbaar ook charis matische figuren uit vroegere eeuwen. Dominee Smijtegelt is zonder twijfel zo'n klassieke protestantse heilige, in dit geval uit de traditie van de Nadere Reformatie. Hetzelfde geldt voor Jodocus van Lodenstein (1620-1677), een zeventiende-eeuwer die eveneens een 'engelen- 45. H.C. Moolenburgh, Engelen als beschermers en als helpers (Ier mensheid (Deventer 19S3) 30- 32. 46. Zie H.C. Moolenburgh, Een engel op je pad. Honderd en een engelenervaringen (Deventer 1991)44-52. 47. Zie bijvoorbeeld J. van tier Kooi, Volksverhalen uil Friesland (Utrechl/Anlwerpen 1979) 203- 204 en 274-275; J. van der Kooi, Volksverhalen in Friesland. Lectuur en mondelinge overlevering. Een typencatalogus (Groningen 1984) 360-361; M. den Admiranl. 'Over dominees en hun bescherm engelen'. De Hoeksteen 25 0996) 52-55. 48. Vgl. voor een voorbeeld van een recent enselenverhaal in orthodox-protestantse kringen: P. Burger.' De wraak van de kangoeroe. Sagen uil het moderne leven (Amsterdam 1992) 53-58. 106

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1999 | | pagina 116