DE AUTEURS Dr. F. A. van Lieburg 1967) studeerde maatschappijgeschiedenis aan de Erasmus Univer siteit in Rotterdam. Hij is verbonden aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en is tevens bijzonder hoogleraar aan de Karoii Gaspar Universiteit in Boedapest. Hij publiceerde vele boeken en artikelen over de geschiedenis van het Nederlandse protestantisme. Binnenkort verschijnt van hem een studie over gereformeerde predikanten in Zeeland in de serie Cul tuurgeschiedenis van de Republiek in de 17e eeuw (Prometheus/Bert Bakken Amster dam). Drs IJ. van Loo (1969) studeerde van 1989 tot 1995 geschiedenis aan de Universiteiten van Leiden en Gent, met als hoofdvakken middeleeuwse geschiedenis, vroeg-moderne va derlandse geschiedenis en zeegeschiedenis. Sinds 1995 is hij als onderzoeker in opleiding (OIO) verbonden aan de Universiteit van Leiden, waar hij werkt aan een proefschrift over de kaapvaart in Zeeland en Holland in de Tachtigjarige Oorlog 1572-1648. Drs. A.C. Meijer (1947) studeerde geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Hij is thans verbonden aan hel Zeeuws Archief als hoofd van de afdeling Archieven en collec ties. Dr. Richard W. Unger (1942) is a professor in the history department of the LIniversity of British Columbia, Vancouver, Canada. His work in medieval and early modern economic history has included studies of ships and shipbuilding in Holland and Zeeland and of the depiction of shipbuilding in medieval and Renaissance art. His most recent book, a collec tion of papers, appeared in 1998 with the title Ships and Shipping in the North Sea and At lantic, 1400-1800. Drs. C.E. Zonnevylle-Heyning (1950) studeerde kunstgeschiedenis aan de Rijksuniversi teit Leiden. Tussen 1976 en 1984 was zij onder meer als wetenschappelijk medewerker aan deze universiteit verbonden. Sindsdien is zij werkzaam als free-lance kunsthistoricus. Sinds januari 1999 is zij conservator kunst, kunstnijverheid en historische voorwerpen van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen. 128

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1999 | | pagina 138