deze mogendheid enigszins binnen het Staatse kamp werd gebracht". Niet anders was de verhouding met Engeland. Het terechte gebrek aan vertrouwen van de Hoog-Mogenden om in het Spaans-Nederlands con 11 iet van de Engelse vorst te verkrijgen - deze keek immers lijdzaam toe hoe zijn schoonzoon Frederik V van de Palts en koning van Bohemen in de strijd tegen de Habsburgers ten onder ging - maakte dat jaar plotseling zeer onverwacht plaats voor optimisme0. Nadat in Engeland door de vergeefse pogingen van Jacobus I om diens zoon Karei, die in 1623 met de kous op de kop uit Madrid was teruggekeerd, te doen huwen met de Spaanse Infante duidelijk was geworden dat de Spaansgezinde politiek van Jaco bus definitief had gefaald, keerde ook het tij aan hel Engelse hof ten gunste van de Nederlanders. Ondanks de moeilijkheden in Azië tussen de Engelse en Neder landse Oost-Indische compagnieën en de zogenaamde 'Amboineesche questie' sloten de Republiek en Engeland in juli 1624 een defensief verbond. Maar de ambities van de Staten-Generaal reikten verder. Zodra door het over lijden van Jacobus in maart 1625 diens zoon Karei op de Engelse troon was ge komen waardoor de anti-Spaanse koers der Engelse buitenlandse politiek verze kerd leek, werd een driehoofdig gezantschap samengesteld welke tot doel had om Karei mee te sleuren in een gezamenlijke strijd tegen de Habsburgers. Met de Nederlands-Engelse vlootsamenwerking uit 1596 voor ogen vertrokken in juni 1625 naar Engeland de Hollander Francois van Aerssen van Sommelsdijck, de Fries Rienk van Burmania en de zojuist tot opvolger van de in december 1624 overleden Nederlandse ordinaris-ambassadeur te Londen Noël de Caron be noemde Albert Joachimi. heer van Oostende en Hoedekenskerke en voormalig pensionaris van Goes'". Reeds op 17 september 1625 slaagden de genoemde am bassadeurs er te Southampton in de Engelsen te bewegen tot een bondgenoot schap 'afin d'assaillir le Roy d'Espaigne a guerre ouverte, en lous ses royaumes. terres. subjects, et droicts, en tous lieus, deca et dela la ligne, par mer et par terre'Door het ondertekenen van de defensieve en offensieve alliantie met de Republiek stortte ook Engeland zich in een openlijke oorlog met Spanje. Het ver drag van Southampton zou duren zolang Spaanse troepen de Palts bezet hielden of Spanje en de Republiek in oorlog waren maar op zijn minst voor vijftien jaar. Gedurende deze periode zouden de verdragsluitende partijen niet afzonderlijk mogen onderhandelen over vrede of een wapenstilstand. De belangrijkste afspra ken uit het verdrag, dat een terugkeer naar het Engels-Nederlands verbond van 1596 betekende, waren de voornemens om opnieuw gezamenlijk vloten uit te rusten om de havens van de vijand te bestoken en Spanje van zijn overzeese han del te beroven. 8. F.G. Davenport (red.), European Treaties Bearing on the History of the United Stales and its De pendencies to 1648 (Washington 1917) 287-289. Israel, The Dutch Republic, 485. 9. Winkel-Rauws, Nederlandsch-Engelsché samenwerking, 2-3. S. Adams, "Spain or the Nether lands? The Dilemmas of Early Stuart Foreign Policy" in: H. Tomlinson (red.). Before the English Ci vil War. Essays on Early Stuart Politics and Government (London/Basingsloke 1983) 79-101 en 196- 200. aldaar 95-98. 10. Verbaal van de ambassade van Aerssen, Joachimi en Burmania naar Engeland. 1625 (Werken uitgegeven door het Historisch Genootschap, gevestigd te Utrecht Nieuwe Reeks nr 10) (Utrecht 1867). Winkel-Rauws, Nederlandsch-Engelsche samenwerking, 9-10. Voor gegevens over Joachimi, O. Schutte, Repertorium der Nederlandse vertegenwoordigersresiderende in liet buitenland 1584- 1810 ('s-Gravenhage 1976) 89-94. 11Davenport, European Treaties. 290-299. 36

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1999 | | pagina 46