De felle reactie van Nederlandse zijde aan het adres van de Engelse koning wierp haar vruchten af. Volgens een memorandum van Necolalde wenste Karei I dat het aspect van de rechtsgeldigheid niet langer in het proces werd betrokken en instrueerde hij de admiraliteitsrechter om in verband met een op handen zijnde arbitrage vooralsnog geen vonnis te wijzen66. Sir Henry Marten die deze konink lijke interventie kennelijk als een aantasting van zijn gezag als admiral iteitsrech ter opvatte, liet de Nederlandse steekpenning echter zwaarder wegen en deed haastig en buiten medeweten van Karei I uitspraak ten gunste van de Nederlan ders. Op 25 augustus 1631 werd de Nostra Seignora de Rosario aan Le Clercq cum suis toegewezen"7, "alleadginge they were to enjoy by vertu of the treaty of Southampton which hee said was still entyre, the same terme and priviledge which was granted to the subjects of both crownes for to retyre home the pryses they should take within the terme appointed'. Wel voegde Marten naar aan leiding van het protest van de procureurs van Lopez Fernandez daaraan toe dat indien de Portugezen konden bewijzen dal het verdrag van Southampton niet langer van kracht was, hij zonder meer bereid was de uitspraak te herroepen en de prijs aan hen toe le wijzen. Hierop tekenden de Portugezen binnen de vereiste termijn van tien dagen beroep aan tegen de sententie. Hel hoger beroep Dc Engelse koning was in verband met de politieke gevoeligheid van de kwestie uiterst gegriefd over de uitspraak van Sir Henry Marten. Omdat Karei dc admira- 1 iteitsrechter onmiddellijk had berispt voor zijn overhaaste optreden, weigerde deze de prijs vooralsnog aan de Zeeuwen uit te leveren, ondanks een besluit van de Privy Council uit 1627 dat bepaalde dat in geval van appel prijzen aan de in het gelijk gestelden werden overgedragen mits zij zoals Le Clercq een afdoende borg stelden68. Zodoende had de sententie, hoewel ten gunste van de Nederlan- 66. PRO, SP 94/37 lï.32r-35v: 'Some principall considerations and motives which the resident of Spaine doth represent unto His Majesty of Great Britlanie, and the lords commissioners for the Ad miralty. for the abotaining sentence in behalf of the Portugalls in the suite whith Daniel le Clerck: touching the caravell, and sugars and other goods now under arrest in Plimoulh', 7/17 mei 1634: 'Sir Henry Martin who tould mee if I would take the sentence uppon this point of the frenchman, hee was ready to give it in our favor, acknowledging him uncapable of a lawful I commission as hee was na tive of fiance. Bul 1 refusd it. for having understood His Majesty of great Brittanie dislykt the pres sing of this point, but woold the sute should be followed uppon the observation of the peace betwixt the two crownes and the priviledge of his havens and ports which I allsoe desyred that I myght settle it accordingly for ensuering cases. It was knowen that His Majesty of great Brittanie a whyle after, gave order, for reasons which hee had that the Judge should not proceed on to the sentence. But hee anticipating the said order which hee saw woold tye his hands, gave sentence in behalf of Daniel le Clerck and that Hollanders his partners'. 67. PRO. SP 16/266 ff.l08r-l08v. BL. Lansdowne 174 ff.2r-3r; ARA. SG 5892 (Lias Eng.) Joachimi aan de Slalen-Generaal, 26 augustus 1631 68. Particuliere Notulen Holland V (november 1630-december 1632) 262, 9 december 1631 'te weeten datten rechter ter Admiraliteyt aldaer. verelaert hebbende voor goede prinse zeecker prijsyen bij eenen capiteyn Clerck van Zelandt aldaer ingebracht, daertegens bij den ambassadeur van Spag- nen acn den coningh is geappcllecrt, die aireede den president over deese sententie straffelijcken be rispt hadde ende t'ccnemael geneegen is. soo "t schijnt, om de saecke anders te verstaen'. 57

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1999 | | pagina 67