gevolgen welke een sententie in hun nadeel zou oproepen. Zo stelde Necolalde,
voor wie het vasthouden van de Nostra Seignora de Rosaria beschouwd werd als
'a cause of rupture in the peace', Karei I een Spaanse weigering om in enige ver
dere alliantie met Engeland te treden in het vooruitzicht, terwijl de Nederlanders
de Engelse vorst de voordelen van het verdrag van Southampton dreigden te ont
houden76. Daar kwam nog bij dat de Nederlanders zich bij de Engelse vorst be
klaagden over de verkoop door Duinkerkse kapers van Hollandse en Zeeuwse
prijsschepen in Engelse havens, en de Spanjaarden op hun beurt ontriefd waren
over de achtervolging en verovering van Vlaamse oorlogsbodems in Engelse wa
teren71.
Het was dit alles dat Karei er toe noopte beide partijen te neutraliseren door
een bijzondere vorm van ordehandhaving te eisen in de zogenaamde Kings
Chambersde wateren voor de Engels-Schotse kust die door limieten, te trekken
van de ene uitloper van het land naar de volgende, van de volle zee konden wor
den afgebakend, zoals ook zijn vader dat in 1605 had gedaan. In het Reglement
for preventing Abuses in .and about the Narrow Seas and Portsopgesteld door
onder meer Henry Marten in februari 1634, werd in deze kuststrook elke vorm
van geweld tussen welke staat dan ook verboden, en werden oorlogsbodems van
zowel de Republiek als Spanje de toegang tot de Engelse havens ontzegd, tenzij
storm, een gebrek aan voedsel en drank of de noodzaak tot reparatie hen daartoe
dwong™.
Terwijl de ruimere belangen die achter de rechtszaak tegen Daniël Le Clercq
schuilgingen door dit reglement voor de Nederlanders reeds duidelijk aan .impor
tantie hadden ingeboet volgde een vergelijkbare definitieve uitspraak van gelijke
strekking, die reeds in 1633 kon worden voorzien, pas een half jaar later. Zo
schijnt het de Nederlandse extra-ordinaris ambassadeur Govert Brasser, na ruim
76. State Papers collected by Edward, Earl of Clarendon. Commencing from the Year MDCXXI.
Containing the materials from which his history of the Great Rebellion was composed, and the autho
rities on which the thruth of this relation is founded I (Oxford 1767) 75, Windebank aan Hopton,
.16/26 februari 1633: 'the process proceeded before the Judge of the Admiralty, who gave sentence for
die Hollander; but Necolalde appealing to the Delegates, the cause hath ever since depended there;
which really hath been in favour of the Spaniard, the other having a sentence on his behalf, and the
Lords Delegates not yet agreeing to revoke it. And this is the cause that hath wrought so much way
wardness in Necolalde, as he hath sometimes professed not to proceed in any other treaty, of what
consequence soever, till this ship be given him'. PRO, SP 84/146 IT. 269r-270r. Coke aan Boswell, 31
mei 1633.
77. ARA, SG 5892 I (Lias Eng.) .Toachimi en Brasser aan de Staten-Generaal, 18 juli 1632, 18 sep
tember .1632 en Staten-Generaal aan Karei I, 28 oktober 1632. SG 5892 II (Lias Eng.) Brasser aan de
Staten-Generaal, 9 april 1633 en 'Proposition faicte au Roy sur les violences et exces faictes par les
Dunquerquois en havres et rades de Sa Majeste'. PRO, SP 84/146 ff.237r-237v. Staten-Generaal aan
Karei I, 26 april/6 mei 1633. en ff.223v-223v. PRO, SP 84/147 ff.l09r-110r 'A note of such shippes
of Dunkirke which have been lately taken by the Hollanders out of his Majesty of Great Brittaines
havens and poits within the space of foure monthes till this present the 30 of September stilo novo
1633'.
78. T.W. Fulton, The Sovereignty of the Sea. An Historical Account of the Claims of England to the
Dominion of the British Seas, and of the Evolution of the Territorial Waters: with special reference to
the Rights of Fishing and the Naval Salute (Edinburgh/London 1911) 251-252 en 759-761. K.R. An
drews, ShipsMoney c£ Politics. Seafaring and Naval Enterprise in the Reign of Charles 1 (Cam
bridge 1991) 136-137. ARA. SG 5893 I (Lias Eng.) Joachimi en Brasser aan de Staten-Generaal, 26
januari 1634.
59