fel en van cle wannematen. Door zijn benoeming in de Rekenkamer kreeg Evers
dijck vrij toegang tot dc archieven van deze instelling, hetgeen hem unieke kan
sen bood. Met behulp van de rekeningen ingediend door de ontvangers van de
100ste penning 'ende van 1 schelling op't ge mei" kon hij binnen een jaar na zijn
intree al een nauwkeurige en actuele berekening van de oppervlakte van het ge
west Zeeland vervaardigen. In 1641 deed hij dit nogmaals en stelde zijn resulta
ten ter beschikking van geschiedschrijver M.Z. Boxhorn, die hem daarvoor keu
rig alle waardering gunde in zijn Chronyk waarvan de eerste druk in 1644
verscheen. Ook in opdracht van de Rekenkamer voerde hij berekeningen uit. Op
9 december 1651 werd hem verzocht een nieuwe calculatie 'wegens 't afgedaan
zesde part van vry tot onvrij te formeeren', een voor ons totaal onduidelijke op
dracht. Acht jaar later vroeg dc Rekenkamer hem de Keure van Zeeland te corri
geren. Tot zijn dood had Eversdijck zitting in de Rekenkamer. Overleden in Mid
delburg werd hij in december 1666 te Goes begraven.
Wie wie is op het raam. valt niet meer na te gaan. Noch aan de hand van de
leeftijd van de afgebeelde personen, noch met behulp van contemporaine portret
ten is identificatie mogelijk. Gezien zijn leeftijd op dat moment (61 jaar) moet
Eversdijck één van de oudere heren aan de rechterzijde van de tafel zijn. De
schrijvende man in hel midden aan de linkerkant moet stellig secretaris Anthony
de Jonge voorstellen, maar of hier van een goede gelijkenis sprake is. blijft de
vraag. Gezien de grootte van het raam zal hier wellicht ook niet echt naar ge
streeld zijn. Een globale weergave van de voorgestelde personen zal voor de re
kenmeesters -die immers exact wisten wie waar aan tafel zat- voldoende geweest
zijn. Het raam werd geplaatst in hun eigen vergaderkamer, een ruim vertrek met
een houten vloer, voorzien van een driedubbele plint blauw-witte tegeltjes. Aan
de muur van de vergaderkamer hingen kaarten en naast de schouw stond een
grote globe. Door de twee grote glas-in-lood-ramen, gevat in kruiskozijnen werd
het binnenvallende licht gefilterd. Alles in de kamer lijkt in één kleur gehouden:
tafelkleed, stoelen en lezenaar. Groen was de kleur die alle Zeeuwse raden in
deze jaren voerden. Practisch alle stoelen in de ruimten in het Abdijcomplex wa
ren met groene stof bekleed zoals ook de tafelkleden, de gordijnen en kussens in
deze kleur waren uitgevoerd. Ook elders in het gebouw van de Rekenkamer was
groen de voornaamste kleur. Hoewel men ter afwisseling ook wel eens een ander
verfje aanbracht. Zo werd in 1648 in één der ruimten een zoldering met "oly root
ende met geellc strijeppen' beschilderd en kreeg het plafond van een andere ka
mer een blauw, wit. geel gestreept aanzien. De muur van de toren, de trappen, de
lantarens en de banken "aen straette" kregen in dit jaar evenals de pomp evenwel
een nieuw laagje groene verf.
De gebrandschilderde glazen, die begin 1647 ter ere van het vijftigjarig be
slaan besteld waren, werden in oktober geleverd. Op 27 oktober maakte de tim
merman de benodigde stukken pasklaar, op 4 november werden de vensters afge
hangen. Enkele dagen later schilderde de schilder het houtwerk rood van binnen
en rood, groen en zwart van buiten. De vergaderkamer was spaarzaam gemeubi
leerd met een grote tafel en enkele stoelen. De kast, waarin de papieren werden
gerangschikt, behoorde lot de vaste wandbetimmering. In 1667 waren tafelkleed
en stoelen 'teenemael vergaen' en was hel hoognodig nieuwe exemplaren aan te
schaffen. Gecommitteerde Raden fourneerden hel geld voor deze uitgave. Stoe
lenmaker Abraham de Jonge leverde 12 'tafelstoelen' van notebomenhoul 'bree
der en hooger als ordinaris' en een extra grote "leenstoel". alle bekleed met groen
84