ghelaesschrijverswaaronder drie leden van de familie Van Barlaer12. Het ge
bruik van de termen glasschrijver, glasschilder en glasmaker lijkt in de 17de
eeuw eerder gerelateerd te zijn aan de aard van de verrichte werkzaamheden dan
aan een differentiatie binnen de beroepsgroep, 's Lands glazenmaker Arnoudt
Stangeniete wordt in de papieren van het Sint-Lucasgilde bijvoorbeeld als glas
schilder aangeduid -een kunstenaar die glas met wapens, teksten en ornamenten
beschilderde-, zijn werk aan de gebouwen aan het hof van Zeeland bestond
echter vooral uit het schoonmaken en repareren van ramen, werkzaamheden die
glazenmakers dat wil zeggen glaszetters normaliter toevielen. Slechts van een
enkeling is iets meer bekend. Zoals van Abraham de Roose, een leerling van
Cornelis van Barlaer die in 1676/77 zijn proef deed en volgens tijdgenoten 'seer
mooy' schilderde. Zijn werk was echter slecht tegen de tand des tijds bestand,
'want de lugt al het geel en blauw in 't korte verteert, soodat die konst al uyt de
weerelt al verdreeven is''\
Van de Zeeuwse glazen is bijna niets bewaard gebleven. De meeste ramen van
Van Barlaer sneuvelden al in de achttiende eeuw. Vele op Tweede Pinksterdag
1724 toen door 'een swaaren uytschot van windt en het neederstorten van een
wolkbreuk met hagel alle de glaasen in de stad Middelbtirgh en Veere en mee-
nighe ten plattelanden' kapot woei en14. Van Barlaers ramen in de kerk van Lillo
werden door de Fransen in 1747 vernield en ook andere ramen zijn door oorlogs
handelingen verdwenen. Of onder de acht gebrandschilderde ramen die zich in
1910 in de collectie van de Middelburgse Oudheidkamer bevonden ook werk van
Van Barlaer was, is onbekend. Vijf van deze glazen waren met het wapen van
Middelburg beschilderd. Een datering of herkomst wordt echter in de catalogus
niet gegeven15. Slechts de (zwaar gerestaureerde) ramen in de Nederlands Her
vormde kerk van Biervliet en een kist vol glasfragmenten uit die van Schoon-
dijke, in 1885 door het toenmalig kerkbestuur aan het Zeeuws Genootschap
geschonken, geven nu nog een indruk van zijn werk.
Opvallend is dat Cornelis van Barlaer zich niet tot het glasschilderen alleen
beperkte. In 1663 ontwierp hij in opdracht van Gecommitteerde Raden verschil
lende modellen van het wapen van Zeeland om 'op placaten offe andersins ge-
druckt te werden', waarvan men er een uitkoos om 'in 't nette' op hout te tekenen
ten behoeve van de stempelsnijder. Tegelijkertijd leverde hij een ingekleurd wa
pen als voorbeeld voor borduurwerker Isaac Gijsels, die de zes groenlaken kus
sens voor de nieuwe 'heerenbocht' in de Waalse kerk hiermee versierde. En ook
het model voor het wapen dat de beeldsnijder voorop deze kerkbank sneed, was
12. Bredius, r/.ir. noemt Johannes Becx. Gillis Boeye, Cornelis van Hameren, Isac Herpers, Willem
Hestinck, Jacob Heijns, Een wout en Johannes Muyters, Johannes van Nooit, Abraham de Roose, Je-
ronimus Rooselaer, Abraham Seys, Arnoudt Stangeniete, Jan van Venedien. Anthony de Vries en Wil
lem van Wissem.
13. P. Scherft e.a. (red.). kiel 'testament' van Adriaan Bommenee. Praktijkervaringen van een
Veer.se bouw- en waterbouwkundige uit de 18e eeuwMiddelburg 1988, 188.
14. Scherft, Testament Bommenee. 188.
15. Catalogus van hei stedelijk museum van oudheden (oudheidkamer) ie Middelburg. Middelburg,
1910', cat.nr. 57.
86