Andere aankopen Boodschappen uit Antwerpen KOSTELYCKE WAREN 17 Naast de benodigde grondstoffen kopen de Antwerpenaren ook andere exotische waren in Middelburg. Zijden stoffen uit de Oost, balen katoen en dekens van de Coromandelkust, porselein uit China en Japan, tapijten uit Perzië passeren van tijd tot tijd de Zeeuwse tol. Al in 1612 ontvangt de firma Van Immerzeel via Hubrecht Brentens een 'alcatiffa de Indie' (Perzisch tapijt), dat hij eerst met 'cane- fas' heeft laten voeren.47 In november 1643 noteert een ambtenaar in Middelburg een door Jan Basselier verzonden, voor Antwerpen bestemde partij van tien 'Turcxe tafelcleeren' ter waarde van 141.13.4 vlaams; in november 1690 wordt tol betaald voor een partij 'treckpotjes'. Alexander de Munck koopt in november 1674 vier Oost-Indische dekens voor de firma Forchondt.48 Zowel in de bewaarde handelscorrespondentie als in de tolregisters zijn over dergelijke aankopen gege vens te vinden. Ook rariteiten als exotische schelpen, struisveren in 1695 pas seert een partij ter waarde van 125 de tol en in oktober 1643 zelfs dertig 'tij gers' (waarde 6.10.0 vlaams) vinden hun weg naar Antwerpen. Sommige objec ten zullen bedoeld zijn als handelswaar, andere zijn privé-aankopen of geschenken van bekenden uit Middelburg, zoals de vier 'spiessen van letterhout ghecomen van Oost Indien' die kunstschilder Ambrosius Bosschaert in 1612 naar Antwerpen zendt.49 In Middelburg is werkelijk alles te krijgen. Een Schotse handelaar heeft in januari 1650 zelfs meer dan vijftig bladzijden nodig om al zijn aankopen te note ren.50 Zeldzame Oost-Indische schelpen, paarlemoeren lepels, een beker van rino ceroshoorn, porselein, lakwerk, ivoren dozen, kokosnoten gevat in ivoor en zilver, bekers van schildpad, voorwerpen van amber en kristal, muziekinstrumenten, boe ken, tapijten, schilderijen, aan zijn lijst lijkt geen eind te komen. Sommige objec ten komen rechtstreeks uit verre streken. Andere zullen door Zeeuwse of Hollandse ambachtslieden vervaardigd zijn en weer andere zijn wellicht producten van de Antwerpse luxe-industrie die naar Middelburg gestuurd zijn. Gedurende de hele zeventiende eeuw passeert een stroom luxegoederen de wacht post bij Lillo in tegengestelde richting. De in Middelburg gekochte materialen, die door de Antwerpse ambachtslieden bij de vervaardiging van luxeartikelen gebruikt zijn, vinden voor een deel hun weg weer naar deze stad terug. De kapitaalkrachtige bovenlaag van de Middelburgse burgerij heeft grote behoefte aan luxegoederen, zowel voor zichzelf als voor de aankleding van hun woningen. Kostbaar textiel als zijdelaken, armosijn, satijn, fluweel, damast en bombazijn wordt in kisten, balen, pakken, koffers en stukken door de schippers naar Middelburg vervoerd. Tafellakens, servetten, linten, kant, 'lampers' (zeer fijne sluiers), passement en gouddraad vinden evenals producten van de modieuze confectie-industrie als hoe den, kousen en bont op Walcheren gretig aftrek.51 Het gaat hierbij zowel om grote als kleine zendingen. Naast kratten vol kostelijke waren, wordt ook regelmatig één bundel goudleer of een koffer met verschillende goederen aan de beurtschipper op Middelburg meegegeven. Zo stuurt Melchior Forchondt in augustus 1674 een koffer met kleren ter waarde van 70 tezamen met 200 aan kant, voor 350

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2003 | | pagina 19