Noten
56
ZUID-NEDERLANDSE VISSERIJ
1 J.P. van de Voort, 'Noordzeevisserij'. In: L.M. Akveld, S. Hart en W.J. van Hoboken
(rei.), Maritieme geschiedenis der Nederlanden, dl. 2, Bussum 1977, 298-299.
2 C. De Zuttere R. Vermaut, Enquête sur la pêche maritime en Belgique. Etude
Economique de la Pêche Maritime. Etude Sociale de la Pêche Maritime. Vol. 1, Bruxelles
1909, 60.
3 A.P. van Vliet, Vissers in oorlogstijd. De Zeeuwse zeevisserij in de jaren 1568-1648.
Middelburg 2003, 40.
4 Van Vliet, Vissers in oorlogstijd, 41. Van Vliet constateerde dat de haringvloot van
Brouwershaven en Zierikzee in 1584 spectaculair groeide van 22 naar 39 eenheden, en
de Veerse vloot van 13 naar 24.
5 Algemeen Rijksarchief Brussel (ARB), Raad van Financiën, nr. 5141.
6 D. Michiels, 'De visserij en de vissershaven'. In: V. Vermeersch (red.), Brugge en de zee,
van Bryggia tot Zeebrugge, Antwerpen 1982, 125-126.
7 Costumen en Usantien der stede endeport van Nieuport. Gent 1774, 367-369.
8 E. Vandenbussche, 'La pêche et les pêcheurs de Blanckenberghe'. In: La Flandre 1876,
368.
9 R. Baetens, 'Organisatie en resultaten van de Vlaamse kaapvaart in de 17dc eeuw'. In:
Mededelingen van de Marine Academie van België, dl. XXI (1969-1970), 99-102.
10 In de periode 1699-1702 waren er minstens twee Oostendse sloepen - de Sint-Pieter en
de Sint-Jan en Sint-Jacob - actief in de kustvisserij, met als reder Dionisio Ruebens
(Rijksarchief Brugge (RAB), Registers Brugse Vrije, nr. 17125 (26-9-1702) en Notariaat
Oostende, not. J.F. Pille, dep. 1940, nr. 9, akte 58, 22-8-1703).
11 J.Th.H. Verhees-van Meer, De Zeeuwse kaapvaart tijdens de Spaanse Successieoorlog
1702-1713. Middelburg 1986, 56.
12 ARB, Geheime Raad, nr. 1201/C.
13 Stadsarchief Antwerpen (SAA), Insolvente Boedelkamer (IB) 611 (16-9-1703 en 21-
10-1703).
14 SAA, IB 547 (6-6-1705)
15 Volgens een Engels verslag uit juni 1706 verlieten ongeveer 2.000 zeelieden Oostende
bij de inname van de stad. (A.J. Veenendaal, Het Engels-Nederlands Condominium in de
Zuidelijke Nederlanden tijdens de Spaanse Successieoorlog 1706-1716. Dl. I, Utrecht
1945, 14).
16 Ter vergelijking: in 1711 omvatte de Zierikzeese vissersvloot nog tachtig schepen (J.J.B.
Kuipers, Maritieme geschiedenis van Zeeland. Water, werk, glorie en avontuur. Vlissingen
2002, 39).
17 Een diepo was een kleine, wendbare vrachtvaarder, die zoals de naam aangeeft eerst in
Dieppe werd ontwikkeld. Dit scheepstype werd tevens aan de Vlaamse kust ingezet als
kaperschip.
18 Rijksarchief Zuid-Holland, Collectie Anthonie Heinsius, nrs. 1388, 1494, 1584 en
1684.
19 RAB, Oud Archief Nieuwpoort, nr. 3252.
20 RAB, Oud Archief Nieuwpoort, nr. 3458.
21 R. Baetens, 'De lokale markten te Antwerpen (l6dc-18'k eeuw)'. In: Antwerpen in de
XVIIde eeuw, Antwerpen 1989, 172-174.
22 ARB, Raad van Financiën, nr. 5141.
23 Over de Oostendse walvisvaart zie: J. Parmentier, 'Ostend Whalers in Spitsbergen and
the Davis Strait: The History of the Ostend Whaling Company, 1727-1734'. In: The
American Neptune, vol. 57, nr. 1 (1997), 19-36.