58 ZUID-NEDERLANDSE VISSERIJ 47 Dit Portugese zeezout werd tijdens de zeventiende en achttiende eeuw als het kwalita tief beste zout beschouwd voor de visverwerking (ARB, Raad van Financiën, nr. 5216). 48 ARB, Raad van Financiën, nr. 5141. 49 ARB, Raad van Financiën, nr. 5156. 50 Louis Bernaert kocht in 1739 en 1741 ook vislijnen en vleten aan bij Pierre Le Griel in Dieppe (UBG, Fonds Hye Hoys, nr. 1919). 51 Dit valt op te maken uit de omvangrijke handelscorrespondentie van Bernaert (UBG, Fonds Hye Hoys, nr. 1881). 52 RAB, Notariaat Oostende, not. F. Rycx, dep. 1941, nr. 32, akte 67, 5-9-1741; ARB, Raad van Financiën, nr. 5141 en UBG, Fonds Hye Hoys nr. 1881. 53 RAB, Oud Archief Nieuwpoort, nr. 4882. 54 Sinds 23 augustus 1745 was Oostende bezet door de Franse troepen van Lodewijk XV (J.-P. Bois, Fontenoy 1745Louis XV, arbitre de l'Europe. Paris 1996, 119). 55 UBG, Hs. 3385 nr. 1187. 56 RAB, Notariaat Oostende, not. J.A. Blondeel, nr. 826/A, akte 95/A, 2-12-1751. 57 Zijn schuiten 'vaerende ter varsche vis' waren in 1752 de MariaSt. Felix, Neptunus en Fortuyne. In 1749 werd vermeld dat Judocus van Iseghem de directie had over een haringsloep (ARB, Raad van Financiën, nr. 5141 en RAB, Notariaat Oostende, not. F. Rycx, dep. 1941, nr. 40, akte 58, 17-10-1749). 58 ARB, Raad van Financiën, nr. 5141. 59 ARB, Geheime Raad, nr. 1201/B. 60 UBG, Hs. 3385 nr. 995. 61 In januari 1768 waren de Armateurs pour la Pêche a Nieuport' reeds volop actief en vroegen ze aan de overheid dezelfde privileges als hun Oostendse collega's (M. Jacobs, 'Oude structuren en verse vis. Representaties van corporaties te Nieuwpoort in de twee de helft van de achttiende eeuw'. In: C. Lis en H. Soly (red.), Werken volgens de regels. Ambachten in Brabant en Vlaanderen 1500-1800, Brussel 1994, 308). 62 UBG, Hs. 1256. 63 Als aas in de kabeljauwvisserij gebruikte men prik of rivierlamprei {Petromyzon fluviati- lis). In 1786 fungeerde de Gentse koopman J.F. Hinsbroeck als voornaamste prildeve- rancier. Het volgende jaar kocht de 'Caemer' 56.000 levende prikken bij Robinson en Cooper in Londen. Deze lampreien werden, onder toezicht van een prikbewaarder, aan het Sas van Plassendale uitgezet (UBG, Hs. 1256, 2-3, 5-9 en 9-10-1786 en 31-3- 1788). 64 UBG, Hs. 1256, 5-9-1785. 65 UBG, Hs. 1256, 14-9-1786. 66 Rijksarchief Gent (RAG), Staten van Vlaanderen, nr. 11048. 67 UBG, Hs. 1256, 20-8-1786. 68 Pieter Löhr somde op: kuipers, touwslagers, zeilmakers, slotenmakers, spijkersmeden, timmerlui, mandenvlechters, koperslagers, handelaren in ijzerwaren, polijsters, bakkers, brouwers, kruideniers en voerlieden (ARB, Raad van Financiën, nr. 5141). 69 ARB, Geheime Raad, nr. 1202/B. 70 SAA, IB 1688, 20-12-1754. 71 C. Pfister-Langanay, Ports, navires et négociants a Dunkerque (1662-1792). Dunkerque 1985, 242. 72 SAA, IB 1688, 31-1-1755. 73 ARB, Geheime Raad, nr. 1202/B. 74 A. Cabantous, 'Le hareng en son monde. Structures de la pêche harenguière de Boulogne a Blankenberghe (vers 1650-vers 1830)'. In: A. Lottin, J.-C. Hocquet S. Lebecq (eds.), Les Hommes et la Mer dans l'Europe du Nord-Ouest de l'Antiquité h nos jours. Actes du colloque de Boulogne-sur-Mer juin 1994. Revue du Nord 1986, nr. 1 spécial hors série, 67. 75 Public Record Office, State Papers, nr. 77/101, 18-7-1757.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2003 | | pagina 60