BETWIST GEZAG
73
Processen over restitutie van geconfisqueerde buitenlandse schepen waren langdu
rig, maar meestal succesvol. De Fransen kregen uiteindelijk de meeste schepen ver
goed. De Nederlandse diplomaten namen dus aan dat zij een lange weg te gaan
hadden, maar dat de kans op een positief resultaat vrij groot was. De gebruikelijke
procedure was meestal als volgt: eerst verklaarden alle relevante Portugese instan
ties de confiscatie geldig. Daarna streek de Portugese koning zijn hand over zijn
hart: vanwege de goede en vriendschappelijke betrekkingen werd het schip geresti
tueerd.
Houwens sloeg de plank echter mis met zijn argumenten voor de restitutie, aan
gezien koninklijke gratie niet op grond van het gelijk van Gleisen bepaald zou
worden. Houwens belangrijkste argument was dat de Don Carlos niet geconfis
queerd kon worden, omdat het schip op betere weersomstandigheden had moeten
wachten om schipbreuk te voorkomen.59 De resident vocht hiermee voor een ver
loren zaak, aangezien Gleisen deze discussie eerder al in Brazilië had gevoerd. De
autoriteiten in Portugal hadden bovendien andere zaken aan hun hoofd dan het
betwisten van het lokale bestuur in de haven van Rio de Janeiro.
Pas als laatste punt van zijn memorandum aan de koning vermeldde Houwens
het enige steekhoudende punt: de relaties tussen de Republiek en Portugal. De
resident bepleitte dat de acties van de gouverneur tegen de 'wetten van goede alli
antie waren'. Nederland en Portugal hadden in 1661 en 1705 alliantieverdragen
gesloten. Daarom had de Don Carlos een betere ontvangst in Rio de Janeiro mogen
verwachten en niet geconfisqueerd mogen worden vanwege een langdurig, maar
onvermijdelijk verblijf.
De Portugese staatssecretaris reageerde koel maar niet geheel afwijzend op de
Nederlandse petities. Hij won tijd door de petities door te verwijzen naar de
koning en zijn diverse adviesraden en juridische organen. Een tweede memoran
dum waarin de resident de hele zaak nogmaals in detail uiteenzette, had uiteinde
lijk resultaat.60 Op hetzelfde moment dat Gleisen werd vrijgelaten, nam de
Portugese koning zijn besluit in de zaak van de restitutie van de Don Carlos.
Net zoals bij de Franse schepen werd besloten dat de Don Carlos terecht was
geconfisqueerd, maar de koning herstelde het schip in gratie. Er was één belang
rijke voorwaarde: het schip zou pas worden teruggegeven wanneer de problemen
met de WIC in Afrika waren opgelost.61 De restitutie van de Don Carlos werd daar
mee definitief gekoppeld aan de problemen op de Minakust. In de praktijk zou dit
betekenen dat de MCC nooit gecompenseerd zou worden.
De Portugese autoriteiten hadden vanaf het begin rekening gehouden met een
negatieve beslissing over teruggave van de Don Carlos. Ondanks het feit dat men
wist dat de MCC en de WIC verschillende organisaties waren, was men zo ver
bolgen over het Nederlandse optreden op de Minakust dat een andere beslissing
niet te verwachten viel. Een teken hiervan was dat de gouverneur in Rio de
Janeiro, voordat deze beslissing werd genomen, de opdracht kreeg om de lading
van de Don Carlos te verkopen.62 Het schip zelf werd kort na het publiek maken
van de koninklijke beslissing te koop aangeboden. Toen men er kennelijk niet in
slaagde om het te verkopen, werd de Don Carlos omgedoopt tot de Nossa Senhora
da Lembranga e Sao Caetano en gebruikt in de vloot van 1728 naar Rio de
Janeiro.63