ANTI-ANNEXATIEBEWEGING 85 afspeelde.20 Na het welkomstwoord van voorzitter Pattist werd spontaan 'Wien Neerlands Bloed' gezongen om uitdrukking te geven aan datgene waarvoor men gekomen was. Daarna gaf de voorzitter een toelichting op het hoe en waarom van deze bijeenkomst. Van allerlei kanten was er bij hem op aangedrongen om, in navolging van de Limburgers, ook in Zeeuws-Vlaanderen de handen ineen te slaan. Pattist hield de vergadering voor, dat hij de annexatiedrift in België voorals nog beschouwde als niet meer dan een uiting van 'enkelen van een zeker gedeelte der pers en zekere kringen. Wij vertrouwen erop, dat spoedig van hoogerhand in België [de regering] een eind zal worden gemaakt aan het onzalige drijven.' Verder hamerde hij erop, dat er in de hele streek geen enkele sympathie bestond voor een eventuele aansluiting bij België, bij welke politieke en godsdienstige gezindte dan ook. Dit in tegenstelling tot Limburg, waar volgens Pattist 'eenige enkelingen zich landverraders toonen.' Het was dan ook van het grootste belang om de stem van Zeeuws-Vlaanderen te doen horen in de rest van Nederland, in het buitenland en op de vredesconferentie in Parijs. Voor dit doel werd staande de vergadering de volgende motie aangenomen: 'ZEEUWSCH VLAANDEREN vertegenwoordigd door afgevaardigden uit alle gemeenten, ter vergadering samen gekomen op 16 December 1918 te Schoondijke; met verontwaardiging kennis genomen hebbende van het drijven in zekere buitenlandsche kringen en in een gedeelte der buitenlandsche pers, om Zeeuwsch Vlaanderen los te scheuren van Nederland en het te voegen bij België; protesteert in elk opzicht en met alle kracht tegen dit onwaardig streven; betuigt zijn onverbrekelijke trouw aan het vaderland Nederland, waarmede het door alle banden verbonden is; besluit zich met alle macht en met alle geoorloofde middelen, die in zijn bereik liggen, tegen dit stre ven te verzetten.'21 De motie zou later door heel Zeeuws-Vlaanderen worden ver spreid en ter ondertekening worden aangeboden aan alle volwassenen. Tevens wer den er intekenlijsten bijgevoegd, waarop de Zeeuwen hun financiële steun aan de actie kenbaar konden maken. Vervolgens kwam aan de orde het oprichten van een centraal comité van actie voor geheel Zeeuws-Vlaanderen. Pattist vond het wenselijk om hierin zes leden uit Oost-Zeeuws-Vlaanderen, waaronder vier katholieken en twee protestanten, te benoemen. Uit West-Zeeuws-Vlaanderen zouden vier protestanten en twee katho lieken moeten deelnemen. Het centraal comité zou dan twaalf man sterk zijn (wel licht een verwijzing van Pattist naar de twaalf apostelen?). Het 'Zeeuwsch Vlaamse Comité van aktie tegen de annexionistische Belgische beweging', zoals het offici eel heette, was geboren. Jacobus Pattist werd uiteraard tot voorzitter gekozen. Samen met advocaat mr. P.J. van Bortel uit Oostburg, die secretaris werd, bepaal de hij van begin tot eind de strategie van het comité. De vergadering gaf het comi té alle vrijheid van handelen. Het comité had als eerste taak de coördinatie van alle plaatselijke comités. In sommige gemeenten waren deze al voor de vergadering opgericht. In andere plaat sen moesten deze nog van de grond komen. In elk van deze lokale comités werd een vertrouwensman aangewezen. Alle berichten van het algemeen comité werden op deze manier snel verspreid. Deze plaatselijke comités hadden tot doel de stem ming bij de bevolking erin te houden en/of op te wekken. Op die manier kon snel een grote groep mensen gemobiliseerd worden voor ophanden zijnde acties. Het centraal comité voorzag de plaatselijke comités van propagandamateriaal en finan-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2003 | | pagina 87