86 ANTI-ANNEXATIEBEWEGING ciële steun. Verder hield het algemeen comité zich bezig met het uitvaardigen van perscommuniqués en met het leggen van contacten buiten Zeeland. Frappant was dat een van de pas benoemde commissieleden meteen op de kor rel werd genomen. Het betrof A. Mijs, notaris uit Oostburg. Staande de vergade ring werden kritische vragen gesteld over zijn vice-consulschap van België. Was dit wel te combineren met zijn vaderlandsliefde? Mijs pareerde de vraag enigszins geïr riteerd, door te verklaren dat officiële Belgische kringen zich nog niet over de annexatie hadden uitgelaten. Mochten de Belgische autoriteiten alsnog publieke lijk aandringen op annexatie van Zeeuws-Vlaanderen, dan beloofde hij zijn vice- consulschap meteen neer te leggen.22 Daarna werd een telegram voorgelezen van een aantal in Den Haag wonende Zeeuws-Vlamingen, waarin deze krachtig protesteerden tegen de Belgische annexatiedrift. Dit Haags Comité speelde achter de schermen een aanzienlijke rol in de hele anti-annexatiebeweging. Aan het eind van de vergadering werd besloten om alle Zeeuwse Kamer- en Statenleden te verzoeken een erecomité te vormen. Ook hier hielden de gezagsdragers zich doelbewust op de vlakte. Na afloop van de vergadering keerde Pattist tevreden huiswaarts: het Zeeuws-Vlaamse volk was 'spontaan' opgestaan en klaar om zijn stem te verheffen. 'God behoede Zeeuwsch-Vlaanderen voor Uwe Majesteit'23 Dit waren de woorden die Pattist uitsprak tijdens het bezoek van koningin Wilhelmina op 5 maart 1919 aan Zeeuws-Vlaanderen, aldus de verslaggever van Het Centrum. Door alle opwinding versprak de arme predikant zich. Het bezoek van de vorstin was de kroon op het werk van de anti-annexatiebeweging, die de voorafgaande maanden intensief campagne had gevoerd. Maar voor het zover was, moest er nog heel wat water door de Schelde stromen. Het comité probeerde eerst een zo groot mogelijke bekendheid aan haar zaak te geven. Het middel bij uitstek daartoe waren de vele telegrammen, die gedurende die maanden naar Hof, regering en buitenland werden gestuurd. Soms kreeg men daarbij ook 'suggesties' van anderen, zoals de schrijver Marcellus Emants.24 Als voorzitter van het Algemeen Nederlands Verbond stuurde hij Pattist een door hemzelf opgesteld concepttelegram in het Engels. De bedoeling was, dat het comi té dit dan weer naar Wilson in Parijs zou doorsturen. Het leek Emants namelijk beter dat dit telegram 'spontaan' van de inwoners zelf zou uitgaan. De strekking van het telegram was dat de inwoners geen heloten wilden worden onder Belgisch bestuur. Ook werd er een beroep gedaan op het zelfbeschikkingsrecht der volke ren. Wilson werd aangeraden geen besluit te nemen, voordat hij zelf het land bezocht zou hebben dat de grondslagen had gelegd 'voor uwe groote Republiek' [de Verenigde Staten]. Uit deze bewoordingen laat zich de romanschrijver Emants in ieder geval goed afleiden, maar of deze woorden ook de gedachten van de gewo ne Zeeuwen weerspiegelden, waag ik te betwijfelen. Vanaf het begin maakte het comité duidelijk, dat het protest kalm en waardig diende te verlopen. Ook de leden van het erecomité wensten dat. Het Zeeuwse Tweede Kamerlid Fruijtier uit Hontenisse drong er bij Pattist op aan, het protest niet te laten ontaarden in een molestatie van de hier verblijvende Belgische vluch-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2003 | | pagina 88