ANTI-ANNEXATIEBEWEGING 87 telingen door Zeeuws-Vlamingen.25 Met uitzondering van een enkel incident, ver liepen alle acties vreedzaam. Zo hadden bij Sluiskil enkele Zeeuwen een Belgische matroos in het kanaal gegooid; hij werd er pas uitgehaald, nadat hij 'leve de konin gin' had geroepen.26 Om uiting te geven aan hun aanhankelijkheid voor het vader land, hingen de Zeeuws-Vlamingen op nieuwjaarsdag 1919 massaal de Neder landse driekleur buiten. Ook was menig borst getooid met driekleurige strik. Dit idee was geopperd door de rooms-katholieke deken Rops. Pattist liep met de gedachte rond om in Zeeuws-Vlaanderen een weekblad tegen annexatie uit te geven. Maar op aanraden van J.J.F. van Zeyl, hoofdredacteur van Zelandia in Hulst, liet hij dit plan varen.27 Hij was bang, dat de opbrengst uit de abonnementen de hoge kosten niet zou dekken. Het grootste bezwaar was volgens Van Zeyl dat 'de overgrote meerderheid van de bevolking bestaat uit landbouwers Deze lezen weinig en het kost hen heel wat moeite hen daartoe te krijgen'. Bovendien konden de mensen door petroleumgebrek 's avonds toch niet lezen. Als propagandamiddel voor de bevolking werd dit ongeschikt geacht. Van Zeyl raad de Pattist aan, bij tijd en wijle 'Vliegende Blaadjes' uit te geven en deze te illustre ren met klederdrachten en monumentale gebouwen. Hoe werden de acties ontvangen in de toenmalige pers? Niet elk Nederlands dagblad nam de perscommuniqués van Pattist en consorten klakkeloos over. Sommige kranten waren ronduit kritisch. Zo schreef de redactie van de Nieuwe Rotterdamscbe Courant in januari 1919 dat de hele anti-annexatiebeweging in Zeeuws-Vlaanderen in hoge mate kunstmatig was.28 De Telegraaf ging zelfs nog verder, door te concluderen dat Nederland de Zeeuws-Vlamingen altijd 'stiefmoederlijk' had behandeld en er een zekere sympa thie bestond voor aansluiting bij België. De Telegraaf baseerde haar informatie op vraaggesprekken, die een van de journalisten met enkele Zeeuws-Vlamingen had gevoerd. Die stiefmoederlijke behandeling verwees naar de al dan niet vermeende economische achterstelling van Zeeuws-Vlaanderen ten opzichte van de rest van Nederland. Aansluiting bij de Belgen bracht de Zeeuws-Vlamingen economisch voordeel, aldus de Telegraaf ,29 Van zo'n stemming hadden de Belgen wellicht kunnen profiteren. Sinds 1839 heerste in Belgische diplomatieke kringen voortdurend onvrede over de wijze waarop de grenzen met Nederland destijds tot stand waren gekomen. Die grenzen waren kunstmatig en volstrekt onvoldoende om de Belgische veiligheid te garan deren, zo luidde hun opvatting.30 Deze oude grieven tegen Nederland sluimerden voort en kwamen in 1914 weer bovendrijven. De eeuwige neutraliteit van België werd door het Duitse Keizerrijk met voeten getreden. De Belgische strijdkrachten waren grotendeels door de Duitse troepen onder de voet gelopen. Tot grote ergernis van sommige Belgen bleven de Nederlanders gedurende de oorlog wel buiten schot. Zo werd er in en rond de Belgische regering onvermoeid en hardnekkig gezinspeeld op de annexatie van Zeeuws-Vlaanderen.31 Wederom lagen hieraan militaire en economische motieven ten grondslag. Militair was het de Belgen een doorn in het oog dat de toegang over water van hun belangrijkste vesting, Antwerpen, in Nederlandse handen was. Een eventuele annexatie van Zeeuws-Vlaanderen leverde naast militaire voorde len ook economisch gewin op. Zij bood België voor eens en voor altijd de moge lijkheid de medesoevereiniteit over de Schelde te verwerven. De meningsverschil-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2003 | | pagina 89