90 ANTI-ANNEXATIEBEWEGING Zeeuws-Vlaanderen hadden. Blijkbaar liepen de 'Hollandse' ambtenaren die in de grensstreek werkzaam waren niet echt warm voor Zeeuws-Vlaanderen. Bij punt 11 stond te lezen dat er meer politie in de grensgemeenten moest komen. Wellicht was men bang voor opstootjes tussen Zeeuwen en Vlamingen? Achter punt 13 werd de medewerking gevraagd van de Kroondomeinen om gronden af te staan. Deze zouden dan gebruikt moeten worden voor de bouw van arbeiderswoningen. Vermoedelijk was Pattist van mening dat de sociale onvrede bij deze groep Zeeuwen niet mocht omslaan in een revolutionaire stemming. Daaruit konden de Belgen wel eens politieke munt slaan. Ondertussen volgden de activiteiten van het comité elkaar in hoog tempo op. 'Welkom, Koningin Wilhelmina, bij Uw trouw Zeeuwsch-Vlaan deren'42 Overal in Zeeuws-Vlaanderen werden protestbijeenkomsten belegd, die midden februari hun hoogtepunt bereikten. De plaatselijke comités organiseerden de ene na de andere bijeenkomst, om het heilige vuur van de vaderlandsliefde brandende te houden. Het ene comité wilde niet onderdoen voor dat van een naburige gemeente. Het verslag van het plaatselijke comité Schoondijke geeft een opsomming van de tot dan toe georganiseerde activiteiten aldaar.43 Lijsten waarop de protestmotie gedrukt stond, werden door lokale sympathisanten verspreid. Gastsprekers werden uitgenodigd om lezingen te geven. Dit waren vaak historische voordrachten, waar in werd 'aangetoond' dat Zeeuws-Vlamingen door historie en volksaard Nederlanders waren en dit wensten te blijven. Succes verzekerd dus. Ook het zelf beschikkingsrecht deed het goed tijdens zo'n lezing. Het geheel werd muzikaal opgeluisterd door het zingen van 'Vaderlandsche liederen', bijgestaan door de plaatselijke kapel. Zoveel mogelijk mensen werden bij de protesten betrokken. Verder speelden de plaatselijke schoolhoofden en onderwijzers een grote rol. Zij stampten bij de kinderen op school het Zeeuwsch-Vlaamsch Volkslied erin. Ook meneer pastoor en de eerbiedwaardige dominee lieten zich niet onbetuigd. Sommigen predikten zelfs hel en verdoemenis tegen de annexionisten. Via deze beide groepen bereikte de propaganda snel en direct de massa. Pattist zelf reisde het hele land door om lezingen te geven. Zo gaf hij op 23 janu ari 1919 voor de Haagse afdeling van het Algemeen Nederlands Verbond een voordracht, waarin hij voor een eventueel gewapende verdediging van zijn grens streek pleitte.44 Tegen die tijd hadden alle plaatselijke comités hun lijsten met namen van mensen die de protestmotie steunden, ingeleverd bij het hoofdcomité. Uit een in 1909 gehouden volkstelling bleek dat er 73.509 mensen in Zeeuws- Vlaanderen woonachtig waren.45 Onder de motie hadden 33.401 volwassenen hun handtekening gezet.46 Hieronder bevond zich ook een aantal Belgen. Dit volkspe titionnement werd op 6 februari door Pattist aan koningin Wilhelmina aangebo den in het Gebouw der Schone Kunsten en Wetenschappen in Den Haag. Bij deze 'nationale betooging voor de eenheid van Nederland' waren ook de Limburgers van de partij. De predikant mocht samen met de voorzitter van het Limburgs

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2003 | | pagina 92