94 ANTI-ANNEXATIEBEWEGING Afbeelding 4. Protesterende Axelse boerinnen in Den Haag, 3 juni 1919. Foto Zeeuws Documentatiecentrum. 1918 aan zijn Zeeuws-Vlaamse kiesdistrict vernam hij dat er vlak over de lands grens hevig werd gevochten, waarbij veel slachtoffers waren gevallen. De Muralt trok met een inderhaast opgezette expeditie van het Rode Kruis de grens over om de gewonden bij te staan. Hiervoor kreeg hij later de Koning Albert Medaille. Maar ook De Muralt moest niets hebben van annexatie van Zeeuws-Vlaanderen. Hij legde voor Pattist de contacten buiten de provincie en functioneerde als tus senpersoon. Door de connecties van De Muralt kreeg Pattist voldoende geld om de campagne te starten en vol te houden. De Muralt liet in een brief van 19 december 1918, drie dagen na de officiële oprichting van het comité, aan Pattist weten dat er geld op komst was. 'Ik heb de eer U hierbij 500,- (VIJFHONDERD GULDEN) toe te zenden voor de pro- pagandakas uitsluitend voor uitgaven in Zeeuwsch-Vlaanderen.'59 Ook wilde hij nog eens 500 storten aan vijf beheerders van de verschillende intekenlijsten. 'Ik meen dat deze tactiek goed is, omdat hierin een prikkel zal worden gevonden voor anderen om mede de zaak financieel te steunen.' Deze bedragen moesten bij de inwoners de schijn opwekken dat er zeer veel geld werd opgehaald ter ondersteu ning van de protestbeweging. De Muralt hoopte dat de bevolking in haar (blinde) enthousiasme financieel ook niet wilde achterblijven. Het was een subtiele poging om een hogere financiële bijdrage van de grensbewoners uit te lokken. De Muralt ging er vanuit dat het comité uit Zeeuws-Vlaanderen zelf ongeveer 6000 zou ontvangen. Hij besloot zijn brief met de mededeling, dat enkele vrienden van hem uit het Haagse comité een fonds hadden opgericht om acties in België te voeren.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2003 | | pagina 96