JAARVERSLAGEN 2003
161
conservatoren mevrouw drs. I.H. Vogel-Wessels Boer en drs. P.J. Smallegange,
wegens hun verdiensten voor de historisch-topografische atlas Zelandia Illustrata.
In de najaarsvergadering traden de conservatoren drs. A.P.J. Bil en J.M. Moraal
terug. Zij vervulden gedurende lange tijd de conservatorschappen Gesteenten en
Mineralen en Fossiele Botten en organiseerden sinds 1996 de jaarlijkse fossiele-
bottentocht op de Westerschelde. De heer Bil kreeg de genootschapspenning uit
gereikt, de heer Moraal had deze al eerder ontvangen. Zoals gewoonlijk vonden op
de algemene ledenvergaderingen weer voordrachten over de verzamelingen plaats.
In juni sprak dr. P. Stuart over de Nehalennia-altaren en in december hield de con
servator boeken drs. W. Punt een korte voordracht.
Kunst, kunstnijverheid en historische voorwerpen
De conservator, mevrouw drs. C.E. Heyning, bericht als volgt:
Hoewel het Zeeuws Museum ook in 2003 was gesloten, bleek het toch mogelijk
de belangrijke nieuwe aanwinst van het Genootschap, een portretmedaillon dat
koningin Elizabeth I van Engeland rond 1585 aan Adriaan Manmaker, tresorier-
generaal van Zeeland schonk, aan het publiek te tonen. Zie voor een bespreking
van dit object Zeeland 12/4. Dit kostbare kleinood, dat door het Genootschap ver
worven kon worden dankzij de steun van de Vereniging Rembrandt, de Provincie
Zeeland, het Prins Bernhard Cultuurfonds Zeeland, het VSB fonds afdeling
Zeeland en het K.F. Heinfonds, werd tijdens een druk bezochte bijeenkomst in het
museum gepresenteerd en was gedurende een aantal weken gratis te bezichtigen.
Een belangrijk bruikleen, merendeels bestaande uit eremedailles en sieraden werd
ontvangen van Jhr. L. van Citters. Dit bruikleen is in het Zeeuws Museum in
bewaring gegeven. In het najaar konden twee zeventiende-eeuwse portretten van
de Doopsgezinde Gemeente Walcheren worden aangekocht. Het betreft hier de
beeltenissen van Hendrik Poocx en zijn echtgenote in 1706 geschilderd door de
Middelburgse schilder Jan Bodezon. Zoals gebruikelijk waren ook dit jaar objec
ten uit de collectie op tentoonstellingen elders te zien, onder meer in het Nationaal
Palace Museum in Taiwan, het Nederlands Textielmuseum in Tilburg, het
Noordbrabants Museum in 's-Hertogenbosch en de Drvkkerij in Middelburg. De
werkzaamheden t.b.v. inventarisatie en registratie werden in het verslagjaar voort
gezet. Vooral aan de collectie streekdrachten en sieraden werd aandacht besteed.
Aan de ontsluiting van de collectie leverde een projectgroep van de Werkgroep
Kunstgeschiedenis bestaande uit mevrouw L.I. Berg, mevrouw G. Liezenga-Boltje
en de heren J. de la Hayze, D.H. de Kup en J.P. Gillissen wederom een substanti
ële bijdrage. Aan verschillende instellingen en personen werden inlichtingen ver
strekt. Door de conservator werd medewerking verleend aan de introductiedag die
het Zeeuws Museum voor de nieuwe leerlingen van de Scholengemeenschap
Nehalennia organiseerde.
Munten en Penningen
Bij ontstentenis van een vaste conservator werd dit conservatorschap door
mevrouw drs. C.E. Heyning waargenomen. In het verslagjaar werd tezamen met
de registrator van het Zeeuws Museum de collectie gildepenningen geïnventari
seerd.