DE GRENS VERLEGD
59
Noten
1 Zie over de bedeonderhandelingen tussen de aartshertogen en de Staten van Vlaande
ren: B. Bruylandt, De aartshertogen en de Staten van Vlaanderen81 en volgende.
2 A.Th. van Deursen, Maurits van Nassau, 194-196.
3 Zie de bijdrage van S. Groenveld in dit jaarboek.
4 Frangipani aan Aldobrandini, 5 januari 1605; A. Louant, Correspondance505-506.
5 Om de dreiging af te wenden stemden de Geestelijkheid en de Vier Leden van
Vlaanderen zonder discussie in met een spoedpropositie van de aartshertogen waarin
die Vlaanderen een bede van 300.000 gulden vroegen voor de 'repulsie van de vijant
eerst int eylandt van Cadsant ghecommen den 25sten april 1604 en daernaer voorts
ghegaen'; Rijksarchief Gent, Staten van Vlaanderen, Resolutieboeken van de Staten van
Vlaanderen, nr. 109 (3 juni 1602-4 november 1604), f. 93-95.
6 Aartshertog Albert aan don Rodrigo Nino y Lasso, 26 augustus 1604; H. Lonchay, J.
Cuvelier en J. Lefèvre, Correspondance, I, 197.
7 Zie o.m. het verslag van de Madrileense Junta de Estado d.d. 16 september 1604; H.
Lonchay, J. Cuvelier en J. Lefèvre, Correspondance, I, 200-201.
8 Sommigen waren zelfs van mening dat de vrede meteen gesloten zou zijn, ware het niet
dat de Republiek zich had meester gemaakt van Sluis. Frangipani aan Aldobrandini, 24
september 1604; A. Louant, Correspondance, 492.
9 Beide auteurs worden geciteerd in Oostende verloren, 73-74.
10 Frangipani aan Aldobrandini, 27 augustus 1604; A. Louant, Correspondance, 485-487.
11 Frangipani aan Aldobrandini, 5 januari 1605; A. Louant, Correspondance, 505-506.
12 P. Lombaerde, 'De stad Oostende', 56.
13 B. Bruylandt, De aartshertogen en de Staten van Vlaanderen, 87-88.
14 N. Maddens, De financiële organisatie, 168.
15 Frangipani aan Borghese, 28 april 1606; A. Louant, Correspondance, 593.
16 Frangipani aan Borghese, 17 juni 1606; A. Louant, Correspondance, 600.
17 Nuntius Morra aan Borghese, 5 mei 1618; L. Van Meerbeeck, Correspondance, 270.
18 B. Vandemeerssche, De politieke rol, 28.
19 Isabella aan Filips IV, 22 september en 29 november 1621; FL Lonchay, J. Cuvelier en
J. Lefèvre, Correspondance, 37 en 49.
20 Oostende verloren, 158-159.
21 B. de Meester, Correspondance, 170; Isabella aan Filips IV, 17 december 1621; H.
Lonchay, J. Cuvelier en J. Lefèvre, Correspondance, I, 53.
22 De secretaris van de Brusselse nuntiatuur Crisogono Flacchio aan Ludovisi, 29 mei
1621B. de Meester, Correspondance, 11De jaren nadien schijnen de gedwongen con
tributies sterk te zijn teruggevallen; cf. T. de Kruijf, 'Grensgebied en buffer', 149-174.
Dit neemt niet weg dat Staatse legerbenden ook nadien nog invallen ondernamen in het
noorden van Vlaanderen en daarbij gevangenen maakten met het oog op het eisen van
losgeld. Zo stuurden de Staten van Vlaanderen in 1635 een delegatie richting Sluis en
Aardenburg om te horen hoeveel het zou kosten om enkele gegijzelde pachters vrij te
kopen (J. Dhondt, Tafels, 140).
23 Zie ook P.J. van Cruyningen, 'De wederopbouw', 215 en volgende.
24 R. Boterberge en T. Colom Aguilar, 'Brugge in 1631', 83-102.
25 RAG, Staten van Vlaanderen, Resolutieboeken nr. 126, f. 258v.-260 (9 juli 1633). B.
Vandemeerssche, De politieke rol, 12.
26 J.I. Israel, The Dutch Republic, 262; A. Waddington, La République, 321-324 en 328-
329; R. Vermeir, In staat van oorlog, 287.
27 R. Vermeir, 'Oorloghsvloeck', 1-32.