'The greatest prize ever taken'. Spanje, de Republiek en de ver
overing van de zilvervloot
64
TOT UYTERSTE RUINE
vaart op West-Indië? Hoe moet het memorandum worden gesitueerd binnen de
Nederlandse en in het bijzonder de Zeeuwse handelspolitiek in de jaren 1621-
1650 ten aanzien van de WTC? Belangrijker nog is de vraag wat er in de praktijk
van het aanvalsplan-De Moor terechtkwam. Was het plan realistisch of was het
slechts een fantastisch voorstel, ingegeven door de overwinningsroes van 1628,
zonder ook maar de minste kans op succes?
In het najaar van 1628 bracht een even spectaculaire als onwaarachtige nieuwstij
ding geheel Europa in beroering. Wat al meer dan een halve eeuw de stoutste
droom van elke avonturier-zeevaarder was geweest maar niemand echt voor moge
lijk had gehouden, was uiteindelijk toch geschied. Op 8 september had een
Nederlandse vloot van 31 schepen, 3800 koppen en 689 stukken geschut onder
bevel van Piet Hein zich in de baai van Matanzas op Cuba meester gemaakt van
de Nieuw Spanje-vloot, die nietsvermoedend de Straat van Florida was binnenge
zeild. Zonder dat ook maar een kanonschot werd gelost, viel voor de eerste en
enige keer in de geschiedenis een gehele Spaanse zilvervloot 'de gouden roede'
waarmee Spanje de 'heele christenheid kastijdt' met een geschatte waarde van
11,5 miljoen gulden in handen van de Nederlandse vijand.5 'It is the greatest prize
that ever was taken from the Spaniards and the Spaniard of certaine soe impo
verished that he was not in worse condition when he begged peace of our late king
and of this State', schreef de Engelse gezant in Den Haag Dudley Carleton in
november 1628.6 Terwijl de Spaanse koning Filips IV (1621-1665) door de ecla
tante en ongeëvenaarde kaping zowel wat betreft zijn eer als zijn financiën volle
dig in zijn hemd stond, werd Piet Hein in de Republiek als een zeeheld onthaald.
In januari 1629 ontving de gevierde admiraal van de Staten-Generaal en Frederik
Hendrik elk een gouden keten met medaille. Aansluitend volgde een zegetocht
langs Leiden, Den Haag, Haarlem en Amsterdam waarbij, tot ongenoegen van
Hein en zijn vice-admiraal Hendrick Cornelisz. Loncq, het banketteren zelden
werd overgeslagen. In het land werd het heuglijke feit van de overwinning uitge
breid gevierd. Dankdiensten in kerken, kanongebulder, klokgelui en brandende
pektonnen deden het voorkomen alsof de Republiek de oorlog tegen Spanje al had
gewonnen.7
In Zeeland was des te meer reden tot juichen. Ook de stad Middelburg liet de
grote klok luiden 'ter cause van de veroveringhe van de silver schips vlote des
Conincx van Spaengnien onder 't beleijt van E. ende manhafte Pieter Pieterss.
Heyn'.8 Minstens zoveel publieke aandacht ging uit naar de krijgsverrichtingen van
de eigen Zeeuwse zeeheld Pieter Adriaensz. Ita. Ita, geboren te Vlissingen in 1597,
was bijna gelijktijdig teruggekeerd van een succesvolle tocht naar West-Indië.' Als
admiraal van een vloot van de WTC veroverde hij na een gevecht van één dag op
1 augustus 1628 in het zicht van Havana twee rijkbeladen Spaanse galjoenen.10
Verguld met Ita's kapersucces, gaven de bewindhebbers van de Kamer Zeeland van
de WIC onder wie Jan de Moor opdracht tot het vervaardigen van een nieuws-