102 PIERRE BOREL Noten 1 De titelpagina heeft microcospi- in plaats van microscopi-. De fout is hoogstwaar schijnlijk niet aan Borel te wijten - hij gebruikt de correcte term in zijn verhandeling maar aan de uitgever. Een verklaring kan een verkeerde woordafleiding zijn: in plaats van het Griekse OKOJteoü/scopeo (kijken) wordt hier co/com/cum (van alle kanten) met spicere (kijken) verondersteld. 2 Borel gebruikt als motto voor zijn boek een citaat uit Tarde, Borbonia sidera (1621). Borel was in dienst van Lodewijk XIV de Bourbon. Zie ook noot 34. 3 Omwille van de leesbaarheid is hier het stijlmiddel apostrophe {te vago Indo) niet vertaald. 4 In 1596 publiceert Jakob Horst over de geboorte van een jongen met een gouden tand in Silezië (Polen) rond 1585. 5 Iuvenalis, Saturae 111.78 en X.174. Volgens luvenalis is een Griek vindingrijk als de noodzaak om geld te verdienen groot is. 6 Wanneer Odysseus waanzin voorwendt om te ontkomen aan deelname aan de expedi tie tegen Troje, ontmaskert Palamedes deze list. Bij Troje neemt Odysseus wraak: hij begraaft goud in Palamedes' tent en beschuldigt Palamedes ervan zich te hebben laten omkopen. Palamedes wordt terechtgesteld. 7 Aulus Gellius, Noctes Atticae III.2, geeft Colophon, Smyrna, Athene, Egypte en Io. De geciteerde regels zijn niet van Aulus Gellius maar komen uit de Anthologia Graeca XVI.297. Gedicht 298 uit hetzelfde werk is een soortgelijke opsomming (met Ithaca in plaats van Pylos). 8 Heliodorus, Aetiopica III. 14.2. 9 Donatus, Vita Vergilii 27. Vergilius reageert met deze regels op een dichter die zich regels van Vergilius toeeigende. 10 Plautus, Cistellaria 91 en Parasilus Medicus fragment 1. 11 De paginanummers van de originele, Latijnse tekst worden tussen haken weergegeven. 12 Lynceus: legendarische Griekse held die diep in de aarde kon kijken. 13 In 1603 werd in Rome een wetenschappelijk instituut opgericht: de Accademia dei Lyncei. De lynx kan door zijn scherpe blik doordringen in donkere dingen. Onder anderen Galilei was lid van de Accademia. 14 Zie pagina 81-84. 15 Vergilius, Georgica 11.43-44 en Aeneis VI.625-626. 16 Vergilius, Aeneis VI.639. 17 Zie pagina 76. 18 Dit deel is hier niet vertaald. 19 Dit deel is hier niet vertaald. 20 Zie pagina 90. 21 Ptolemaeus, Almagest VIII. 1 .fine. 22 Zie pagina 83 e.v. 23 Dit werk is niet in druk verschenen. 24 Zie pagina 85. 25 Zie pagina 88. 26 Zie pagina 88. 27 Daedalus: legendarische Griekse uitvinder; hij vloog met door hemzelf ontworpen vleu- gels. 28 Zie pagina 90. 29 Argus: Griekse reus met honderd ogen waarvan er telkens slechts twee tegelijkertijd slie pen. Lynceus: legendarische Griekse held die diep in de aarde kon kijken.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2007 | | pagina 104