112 DAGBOEK In de laatste maand van 1813 trekken de geallieerde legers in drie verschillende colonnes de Rijn over. Schwarzenberg gaat kort voor kerst met het geallieerde hoofdleger bij Bazel Frankrijk binnen. Blücher passeert onder andere bij Koblenz op nieuwsjaardag 1814 de Rijn. Onder Biilow manoeuvreert een leger in de Nederlanden. Napoleon zal zich uiteraard vooral bezighouden met Blücher in Noord-Frankrijk en Schwarzenberg in Midden-Frankrijk. Op 25 januari 1814 neemt Napoleon zelfbij Chalons-sur-Marne het bevel over het Franse leger op zich om slag te leveren in de daarop volgende dagen. Bij Brienne verslaat hij de Pruisen (29 januari), maar twee dagen later kan hij bij La Rothière niet de genadeklap toebrengen, en in plaats daarvan wordt hij zelf stevig aangepakt. Dan zwenkt hij met zijn leger naar het noorden om het veel te lange front van Blücher op te zoeken. In drie veldslagen in de eerste helft van februari hakt Napoleon zijn linie in stukken: op 10 februari bij Champaubert, op de 11e bij Montmirail en op 14 februari levert hij slag bij Vauchamps. Vervolgens snelt Napoleon weer in zuidelijke richting, waar zijn maarschalken Victor en Oudinot het tegen het zuidelijke leger van Schwarzenberg moeilijk heb ben. Bij het verschijnen van Napoleon breekt er paniek uit onder de troepen van de geallieerden bij Nangis, Montereau en Méry (16-22 februari). Daarna richt Napoleon zich weer op het noordelijke front waar Blücher zich enigszins heeft gereorganiseerd. Op 9 en 10 maart levert Napoleon slag met hem bij Laon. Niettemin moet Napoleon tot het inzicht gekomen zijn dat op deze wijze een beslissende veldslag uit zou blijven en dat de uitputtingsoorlog uiteindelijk in zijn nadeel zal zijn. De verdediging van Parijs laat hij over aan de maarschalken Marmont en Mortier. Zelf vertrekt hij naar Saint-Dizier, waar hij de garnizoens van een groot aantal vestingen tot een nieuw leger wil samenvoegen. Daarmee wil hij de geallieerden in de rug aanvallen bij hun aanval op Parijs. Deze tactiek mis lukt, ook omdat zij relatief snel in de richting van Parijs gaan. Het is dan maart 1814. Op 29 maart verlaat keizerin Marie-Louise met haar zoon de stad. Op 30 maart bezet Blücher Montmartre en een dag later houden de geallieerden met tsaar Alexander aan het hoofd hun intocht in Parijs. Voordat Napoleon er arriveert en zonder hem erin te kennen, capituleren zijn maarschalken in Parijs. Voorwaarden heeft hij dan ook niet kunnen stellen, laat staan dat hij nog in staat was militaire actie te ondernemen. De conferentie van Fontainebleau leidt op 5 april 1814 tot Napoleons abdicatie. Napoleon wacht Elba, maar voor die tijd zal hij terugkeren en komen nog de lameuze 'honderd dagen' tot Waterloo. 'En Sint Helena komt later', aldus de dich ter Gerrit Kouwenaar: Ik heet o.a. napoleon van elbal en sint helena komt later. 6 Het Franse bestuur in Zeeland Het Franse Keizerrijk was zoals bekend ingedeeld in veertig departementen. Het huidige Zeeuws-Vlaanderen maakte geen deel uit van het Koninkrijk Holland onder Napoleons broer Lodewijk. Het huidige België met inbegrip van Zeeuws- Vlaanderen was al eerder ingelijfd. Bij de inlijving van het Koninkrijk Holland bij Frankrijk in 1810 werd het deel van de huidige provincie Zeeland met de andere delen van wat ooit de Republiek was bij het rijk van Napoleon gevoegd. Als Napoleons vertegenwoordiger kwam er

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2007 | | pagina 114