116
DAGBOEK
onder Leidschendam. Zo goed als zeker komt hij in het journaal van zijn broer aan
het einde voor, als Bonifacius weer in Nederland terugkomt. Ook de andere jon
gens uit het gezin van Willem de Jonge kregen belangrijke posities in het bestuur
en rechtswezen.
Zoon Karei Willem (1789-1852) (de derde zoon) werd ontvanger van de registra
tie, wethouder, rentmeester van een kroondomein en lid van de Provinciale Staten.
De vierde, Johan Cornelis (1793-1853), studeerde rechten en werd een bekende
rijksarchivaris en publicist, daarnaast was hij staatsraad en wethouder van Den
Haag. Vermoedelijk is ook deze broer in Den Haag aanwezig bij de terugkomst
van Bonifacius. De jongste zoon Willem Dignus treedt als bestuurder te Zierikzee
in de voetsporen van zijn vader: houtvester, opperstrandvonder, districtscommis
saris, ontvanger van de polder, lid van de Staten. Hij bewoonde na zijn ouders het
buiten Welgelegen. In de voorgeschiedenis van de inlijving van Bonifacius in het
leger spelen overigens zijn broers Karei Willem en Johan Cornelis nog een bijrol.
Wie zich verdiept in de familiegeschiedenis van De Jonge vindt veel verwanten op
belangrijke posities, in het bezit van bestuurlijke functies en gezegend met vele
aardse goederen. Twee broers van vader Willem Adriaan zijn in de politieke situa
tie in de Franse tijd belangrijk. Op 17 november 1813 de bevrijding van de
Fransen is aanstaande en de terugkeer van de prins van Oranje is in voorbereiding
- nodigde Gijsbert Karei van Hogendorp in zijn Haagse huis enkele gelijkgezin
den. Daarbij waren twee leden van de familie De Jonge: majoor, later generaal
Cornelis Francis de Jonge (1759-1837) en mr. Francois Clement de Jonge (1766-
1834).12 De naam van de eerste is als militair onder andere verbonden aan de onge
lukkige gebeurtenissen te Woerden in november 1813, toen terugtrekkende
Fransen een detachement onder zijn leiding daar decimeerden. De tweede was
onder meer secretaris van Zierikzee, lid van de Tweede, later Eerste Kamer, presi
dent van de ridderschap van Zeeland. In december 1813 was hij de commissaris-
generaal tot regeling der zaken op Schouwen en Duiveland na de aftocht der
Fransen. Een vooraanstaande familie dus, die De Jonges van Zierikzee, rijk, en
politiek zeer traditioneel-orangistisch.
Bonifacius de jonge
Bonifacius - de tweede zoon van Willem de Jonge - was geboren te Zierikzee op
17 november 1787. Bonifacius - de voornaam Bonifacius was al generaties in de
familie" - heeft na zijn lagere school, van 1801 af in Middelburg de Latijnse
school bezocht. In 1806 staat hij als candidadus vermeld, wat waarschijnlijk bete
kent dat hij op de promotie na klaar was, dus examenkandidaat.1'' Daarna is De
Jonge naar Leiden medicijnen gaan studeren. De studie sluit hij af in oktober
1811 met een dubbele promotie.15 'De eene had tot titel: De Medico-physico et
Physico-medico, en de andere bevatte medische waarnemingen'.16 Die waarnemin
gen hebben kennelijk betrekking op reuma-verschijnselen. De dissertaties werden
gunstig beoordeeld in de Vaderlandsche Letteroefeningen van 1811 en in de
Vaderlandsche Bibliotheek van datzelfde jaar.1- Daarna vestigt De Jonge, nog onge
huwd, zich te Middelburg als medicus. Na ruim een jaar als arts in Middelburg de
medische praktijk te hebben uitgeoefend, krijgt hij in het vroege voorjaar, eind
april-begin mei 1813, een oproep zich te melden bij de prefect.