DAGBOEK
151
17
Wij hadden afgesproken des morgens uit te rusten, maar een geest van onrust in
mijne Reis-genoten gevaren noodzaakte mij reeds voor 5 uuren het bed te verla
ten voor 6 uuren waren wij, onder begunstiging van eenen vrij hevigen slagre
gen op eene opene slegte boerenwagen gezeten werden door vier ossen, die
statig hunnen weg vervolgden, langsaam voortgetrokken.
De Inwoonders van Vacha zijn juist niet franschgezind, hebben, zoo min als wij,
reden het te zijn, maar, mij dagt, zij zagen ons tog met een zeker medelijden aan,
terwijl een mijner reis-compagnons, misschien wel om zich goed te houden, een
vrolijk lied aanhefte. Ik voor mij zinge zoo slegt, dat ik naauwelijks durf zingen,
waar alle meede zingen, maar al ware ik een virtuo's geweest, niets zoude mij bewo
gen hebben, heden te zingen.
Des namiddags kwamen wij voor 3 uuren te Eisenach aan besloten heden niet
verder te gaan. Men logeerde mij zeer goed ik verheugde mij eenen geheelen
middag rust te hebben; dit was mij in vele dagen niet gebeurt. Ik vervolgde eerst
mijne brief aan mijne ouders te Gehlenhausen begonnen zond hen van daar.
Daarop bezag ik het stadje, dat vrij groot welgelegen was, maar in de laatste tij
den veel scheen geleden te hebben. Vijf huizen waren den laatsten nagt door de
baldadigheid der Cavallerie van de garde afgebrand een kindtje van weinige
dagen hadt daarbij het leven verloren!!!
Het stadhuis der Stad is vrij net geboud &C staar aan eene zijde van een groote
markt of plaats, die aan de linkerzijde eene schoone wandeldreef aan de regter
een Paleis van den Hertog van Saxen-Wei mar heeft. Het militaire-hospital, dat ik
bezogt, was vol gekwetste ellendig ingerigt. Alle lagen op stroo in eene groote
kerk, waar het aan zuivere lugt ontbrak. Zij werden door Duitschers gesoigneert,
die hunne taal niet verstonden, &c zoo ver het mij uit eene oppervlakkige beschou
wing bleek, dom onwillig waren.
Het Slot Charlottenburg is op eene hoogte in de stad nabij de wallen gelegen. Het
heeft weinig merkwaardigs, uitgenomen eene collectie van harnassen, helmen
oude wapenen, welke op het slot bewaard worden. Dat de groote Wittenbergsche
Hoogleeraar Reformator Luther hier zijne eerste letterkundige opvoeding ont
ving, is bekend: ik zag ook zijne studeerkamer, waarin nog eenige meubels van
dien tijd waren, zijn bed, zijn stoel, zijn inktpot &Cc.
De Intendant van het slot kwam mij voor een vrij geleerde man te zijn: zijne dog
ter, een zeventienjarig meisje, boeide mijnen aandagt niet minder door haare
schoonheid, dan door haare zedigheid.