152
DAGBOEK
III
Naar Gotha: 18 mei 1813
Den 18en begaven wij ons op weg naar Gothakwamen tegen middag aan.
Deeze stad is in eene uitgestrekte vlakte geboud, die zich tot Erfurt continueert.
De huizen in G. zijn schoon Sc smaakvol, de straten breed Sc regt, in een woord
G. is een aangenaame, kleine stad. Dezelve is de verblijfplaats van den Hertog van
Saxen-Gotha. Zijn groot kasteel is van eenen tuin omgeven, op eene hoogte
geboud Sc van zeer verre te zien. Zeer nabij G. is nog een soort van een kasteel
even als het vorige op eene verhevendheid geplaatst.
Wij vertroleken om drie uuren naar Erfurt. Men maakt vijf uuren in eene schoone
Sc uitgestrekte vlakte, de grond verlaagt zich nabij de stad, die dus in de laagte
gelegen is.
E[rfurtl is eene groote versterkte stad: het citadel is zeer sterk Sc op nieuws in staat
van verdediging gebragt. Voor men in de stad komt vindt men nog eene andere
citadel, die van zeer groot gewigt is, wijl zij de stad in ontzag houdt.
Ik was in eene Herberg der stad geinquartiert. Alles was met militairen, maar voor
al met gekwetste opgevuld, daar door worden alle wondheelers, die hier door naar
het keizerlijk Hoofdquartier vertrokken, aangehouden. Van den morgen tot den
avond occupeerde men zich met het verbinden dier ongelukkige, die de Kerken Sc
Hospitalen vervulden.
In het midden eener groote plaats was een monument ter eere van Napoleon bij
gelegendheid van de geboorte van den Koning van Rome opgerigt.'1 Dit monu
ment is zeer onbeduidend.
De commissaris van oorlog, die onze feuille de route tot de hoofdstad van Saxe
continueerde, weigerde ons van nu aan rijtuig voor onze personen. Elij gaf ons in
bevel niet meer dan ééne Etape daags te maken, en de convoijen, die met bewa
pende vergezeld, naar de groote Armée vertrokken, niet te verlaten, dewijl van nu
aan de wegen door afgesnedene corpses verontrust werden.
19
De meeste Troupes waren reeds vertrokken voor men ons de voor onze reis beno
digde papieren ter hand stelde. Reeds vleijdde ik mij hier eenen dag te zullen ver
blijven, toen men order gaf ons bij een convooi van Pontons- kruid- Sc bagage
wagens te vervoegen, welke naar Weimar vertrokken. Men gaf een wagen met twee
ossen bespannen voor het transport onzer Bagage. Dus trokken wij langsaam
voort, want de zwaarte der scheeps-bruggen, ofschoon dezelve door 8 of 10
paarden getrokken werden, beletteden ons meerderen spoed te maken. Bovendien
konden wij onze bagage niet verlaten Sc het was onvoorzigtig zich van de Colonne
te verwijderen, dewijl de voorhoede van eene andere twee dagen te voren bijna
ongemerkt overvallen krijgsgevangen gemaakt was.
Wij arriveerden na Linderbach Trobsdorf72 gepasseert te zijn tegen drie uuren in
Weimar Sc vervoegden ons bij den Burgemeester, ten einde inquartierings-billet-
ten te bekomen. Ik ontmoette aldaar den zoon van den Hertog van Saxen-Weimar,
een groot Sc schoon jong man, na gissing 26 a 27 jaren oud, in een Generaals-