168 DAGBOEK gehoorden. Dit geeft een algemeene somberheid in de stad, die men hier mis schien anders niet ontwaart. Merkwaardig zijn de Laken- koussen-fabrieken, vooral ook de Ridder-Akademie. Dit instituut is door eenige Edellieden ten behoeve van 12 arme lieden van hun nen stand gestigt. Naderhand heeft men ook toegestaan, dat andere edellieden daarin tegen betaling van een vrij aanmerkelijk kostgeld hunne Educatie onvingen eindelijk heeft men ook burgerlijke niet geweigerd, zoo dat men thans 40 a 50 jonge lieden telt, die hier worden opgevoed, terwijl de primitive103 instelling bijna geheel verloren gegaan is. Men betaalt jaarlijks 150 Th., t'geen omtrent 600 fr. dus een aanmerkelijke som voor dit land is. Men maake zich intusschen geen denkbeeld van eene Akademie, gelijk bij ons te lande. Men wordt hier alleen voor een hoogeschool voorbereid. Men leert er duitsch, fransch latijn, een weinig grieks, voorts dansen, schermen, paard-rijden alles wat tot eene liberaale opvoeding behoort.1,14 Er zijn 8 a 10 Professoren, die alle uit het voornoemde fonds betaald worden. Zij bewonen een heerlijk huis met een geheel arduinsteene gevel, dat een waarlijk vorstelijk aanzien heeft. Thans wordt het voor den Prins de Moskova zijn gevolg geoccupeert dit maakt dan ook, dat alle lessen stilstaan, t'geen door de absentie van de meeste jongelieden tog het geval zijn zoude. Liegnitz heeft drie kerken, waaronder eene catholische, geene heeft iets bijzonders de Franschen hadden zich reeds van eene tot een Hospitaal geëmpareert.105 De Environ van Liegnitz zijn zoo schoon, dat men niet dan met moeite in de stad terugkeert, wanneer men zich eenmaal buiten dezelve begeven heeft. Kortelijk zal ik eene wandeling, die digt bij de stad gelegen is die ik bijna daaglijks, wanneer mij niet grootere, zooals naar Jauer, naar de gebergtens &c, daar van afhielden, deed, beschrijven.10- Wij gaan van den Breslauer-Poort uit nemen onzen weg regts. Nu wandelt men tot de Glogauer-Poort onder de lindebomen, die van boven zo zamengegroeit zijn dat noch een zonnestraal, noch regendrop door dezelve dringen kan, terwijl een wel geördente Policeij voor het onderhoud der banken, die hier daar geplaatst zijn &c voor de netheid der wandeling zelve zorgt. Van de Glogauer-Poort de geheele stad rond is de wandeling met de schoonste populieren beplant &c deeze verscheidenheid doet de schoonste werking. Komt men eindelijk weder aan de lin kerzijde van de Breslauer-Poort dan bevindt men zich in eens op een begraafplaats, die zeer uitgestrekt met bomen rijkelijk beplant is. Meenig uur heb ik hier door- gebragt in de éénzaamheid, veele malen wenschte ik, dat ook in ons land een diergelijke instelling plaats vondt. Ieder vereert zijne doden met een steen met een opschrift, dat meestal eenvoudig is, gelijk het behoord: met den dood eindi gen toch alle eertijtels? Dit kost intusschen de Duitschers somtijds veel moeite. Van daar dat ik er ook met misnoegen voorbijging aan een opschrift te Leipzig dagt: de Wijnkelder van den Hoog Wel. Gebooren zeer emsfesten Raad. Andere behaagden mij weder bij uitnemendheid, onder andere: dit is het graf van een 17 jarige Dogter, zij heeft haare ouders niet ééne traan gekost, uitgenomen door haaren vroegtijdiger,i dood.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2007 | | pagina 170