170 DAGBOEK VIII Naar Glogau: 15 juli 1813 15 Julij Een zeer stellig bevel deed mij eindelijk den 15 Julij uit Liegnitz naar Glogau ver trekken. Dat mij deeze verhuizing van harte leed deed, kan men uit het boven staande bevroeden. Ik werd, benevens een Pharmacien aide-major, die onlangs uit Spanje gekomen was, met het transport van 3 wagens medicamenten belast om 5 uuren vertrokken wij, de aide-Major te paard, ik te voet, van onze drie wagens gevolgd, die door paarden getrokken werden, welke door honger, dorst ver moeienis naauwlijks den eenen voet voor den anderen zetten konden. Dus kwa men wij langs eenen schoonen weg, die ons de verscheidenste gezigten opleverde, tegen den middag te Lüben aan. Wij maakten onze quartieren in dit aardig stad je, met het plan om tegen den avond verder te reizen. Wij vertrokken dan ook naar Eisemostlf)S met order van den commandant van Lüben aan den Burgermeester, om ons met ons gevolg den nagt te logeren ande re paarden te verschaffen. Aldaar arriveerden wij onder eenen geweldigen slagre gen tegen 8 uuren des avonds. De Burgemeester konde noch leezen, noch schrij ven verwees ons dus naar eenen commandant, die zich van een nabijzijnd slot geëmpareert hadt, terwijl zijne Troupes in den omtrek gecantonneert waren. Deeze weigerde ons verzoek, zoo voor Logis als voor Paarden, wijl men de laatste niet hadt, wij geen regt hadden om in het Canton Glogau gelogeert te worden, daar onze feuilles de route voor deezen dag alleen tot Lüben bestemt waren. Wij waren hierdoor in de uiterste verlegendheid onze paarden konden niet wij der het was reeds laat. Ook vreesden wij dat de geneesmiddelen door den regen lijden zouden. Wij verzogten dan den Baron de l'Empire ons eene schriftelijke weigering te geven. Dit wilde hij niet. Wij werden dus op het slot gelogeerd, onze wagens door soldaten bewaakt wij onze paarden verzorgd. Wij bragten een goeden nagt op versch stroo door vertrokken tegen 8 uuren in den morgen. Eerder konden wij niet door den aanhoudenden regen, die ons op weg nog veele malen over viel reisden door Hochkirch naar Altwasser.10" Hier namen wij drie paarden in requisitie,"0 om de onze bij te staan, die bijna niet verder konden deeze requisitie noodzaakte mij, hoezeer mij dit tegen mijn zin ware, geweld te gebruiken de Boeren met den degen tot hun pligt te dwingen. Over Gramschitz"1 kwamen wij eindelijk onder donder regen te Glogau omtrent vier uuren in den namiddag aan. Hier gaven wij onze Medicamenten aan een Phar- macien-Major over, die ons de behoorlijke bewijzen van ontvangst overhandigde, wij vergaten, onder eenen goeden maaltijd s'avonds in de comedie waar men le Petit Matelot nog een stukje van Kotzebue gaf, de fatigues van onze, voor een gedeelte zeer aangenaame reis. (In Glogau was mijn Principal Richelmi Médécin ordin. f.f. de principal, waarvan hiernevens de wel gelijkende caricatuur is - no.l.)m Den nagt was ik ellendig gelogeerd konde door een zeker zoort van ongedierte, hier zeer algemeen, naauwlijks een oog sluiten; s'anderendaags betrok ik een beter quartier, waarmeede ik mij nimmer genoeg geluk wenschen kon, daar de meenig- te militairen de goede logementen zeer schaarsch maakten.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2007 | | pagina 172