DAGBOEK 175 X Het einde der wapenstilstand Kort voor het einde der wapenstilstand overviel mij een Hospitaal-koorts, waarvan ik door de zorg van den Heer Medicinal-Rath Diederich den Heer Reding, Med. Doet, gedesigneert gelijk ik, gelukkig hersteld ben, ofschoon mij eene lang durige zwakte verscheidene ligte ongesteldheden, als gevolgen van dezelve, gedurende een langen tijd terug bleven. Veel ben ik verschuldigt aan de liefderijke oppassing van mijnen Huisheer den Heer Herzog, vooral van zijne agtingswaardi- ge vrouw, welke niets te veel was, om mij rust, verkwikking, verademing te ver schaffen alles toe te brengen, wat tot mijne herstelling dienstbaar was. God, mijne dankbaarheid de overtuiging eene weldaad bewezen te hebben, moge hun hiervoor belonen, daar ik waarschijnlijk nimmer in de gelegendheid zal gesteld worden, om hun met daden mijne gevoeligheid te tonen!!! In Glogau zijn bijna alle menschen (zoo als over het algemeen de Duitschers) musikalisch, mijn Hospes zijne Vrouw zijn het in het bijzonder. Dit maakt, dat bijna iedere avond onder muzijk gesleten wordt, waarbij niet zelden het dansen komt, wanneer men met eenige vrienden te zamen is; in een woord: men leeft hier zeer vriendschappelijk, eenvoudig aangenaam, gelukkig zoude ik bijna zeggen, wanneer de rust deezer braave menschen niet zoo veele malen op de alleronaange naamste wijze verstoord werdt. Na eenigen tijd werden wij naauwer ingesloten, bemerkten dus, dat de gerug- ten van overwinningen, welke de Franschen zouden behaald hebben, of onge grond, of voor het minste vergroot waren. Men hadt intusschen, op de parade meer dan eenmaal aangekondigt, dat de Franschen reeds Breslau Berlin in bezit genomen hadden. Wij waren zoo ingesloten, dat het eenen militair niet geraden eenen burger niet veroorloofd ware buiten de stad te gaan, intusschen bragten de boeren nog groen ten, boter eieren ter markt. Dan dit duurde niet lang: 15 September des avonds om elf uuren werdt zeer heftig met klein geweer kanon van de overzijde gescho ten. De reede daarvan was deeze. De Gouverneur hadt alle schepen, die koopwa ren den Oder op- afvoeren, aangehouden door sterke wagters doen bewaken. Eenige schippers stouter dan de overige hadden een ogenblik van mindere acti viteit hunner wagten benut, de touwen losgesneden hunne schepen aan den vloed overgelaten, terwijl zij zelve zich voor over in hunne vaartuigen hadden nedergelegd. Dus ontsnapten zeven of agt onder een hagelbui van kogels, die voor hun onschadelijk waren. Dit zelfde geschiedde nadien nog drie malen, eenmaal namen zij zelfs de wagt meede. Den 16 September werdt om negen uuren in den morgen een algemeen alarm geslagen. De vijand hadt zich van 788 stuks ossen uit ons Park12' meester gemaakt voerde dezelve weg, benevens 100 Croaten, die als wagt daarbij gesteld waren. Een officier drie mannen der onze bleven de overige werden genoodzaakt zich bij den eersten aanval gevangen te geven.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2007 | | pagina 177