178 DAGBOEK terug, na Lindenruhe een nabijgelegen buitengoedje, het eenige, dat in den omtrek der stad overgebleven was, dewijl het aan de Moeder van de Maitresse des Generaals toekwam, afgebrand te hebben. Het verlies der Pruissen was s'morgens bedeudent, de Graaf V[on] Henkei werdt door een kogel 16 bajonet-steken gedood. Grooter was ons verlies in den nademiddag: ons getal aan doden geblesseerden, waaronder twee Chefs de Bataillon 2 Capiteinen eenige Luitenants, was meer dan 500 mannen. Men bragt 75 gevangenen in. Des anderendaags betuigde de Generaal Gouverneur bij gelegendheid eener groo- te Parade zijne tevredenheid met den moed, welke zijne soldaten betoont hadden, versprak alle eenige in het bijzonder bij den Keizer aan te bevelen deed wijn onder de Troupes verdelen. Het garnisoen werdt in deeze maand meer meer gezwakt door desertie ziek- tens &c. Desertie gaf aanleiding tot een tumult bij gelegenheid, dat twee der Croaten eene vrouw, welke een soldaat tot desertie zoude verleid hebben, dood geschoten werden, door forsche maatregelen werdt hetzelve welhaast gestuit.133 Den 17den November (mijn verjaringsdag) werdt het eerste paarden-vleesch gege ten, de rations werden van een half pond op een vierde gebragt (waar onder benen, darmen &Cc &c gerekend werden).134 Dit is een nieuwe oorzaak van misnoegen. De Croaten smijten het paarden-vleesch in bijzijn des Generaals in den Oder, de Frankforters hinniken waar hij zich vertoont, de Saxen weigeren het, de Franschen alleen meenen dat het zeer goed is, zijn te vreden met deeze verandering. Intusschen lijden zij niet minder dan de eerste door den honger, bedelende zoeken zij brood bij hunne vijanden. De krankheden nemen daaglijks toe, de sterfte is reeds groot, daar nu katten, honden, ja zelfs ratten gegeten worden. Ik zelf heb gezien, dat een soldaat, die van de wagt kwam, een doode rat op de straat vondt dezelve op zijn bajonet gestoken met zich naar huis nam. Ik heb gezien, dat een paard, dat voor de molens in der Jesuiten Kerk dood gevallen was, door den vilder niet konde ontveld worden, daar de soldaten zich daar van meester gemaakt, het zelve in stukken gehouwen hadden om hun buit streden. Van een geloofwaardig getuigen heb ik gehoord, dat een soldaat eenen rat ontvelde, deezen arbeid met zij nen honger verontschuldigde, daarvan niet konde afgebragt worden, voor men hem een stuk broods twee grossen (2 stuivers) gegeven hadt. In mijne Hospitalen heb ik meer dan eens koevellen gevonden, ook paarden-darmen, welke laatste gekookt door hongerige magen met den grootsten eetlust verslokt wer den. Intusschen zijn de Magazijnen, opgepropt voor veele maanden met levens middelen voorzien. Het is hier als met den geldzak der groten: zij is wel voorzien, wordt daaglijks door contributien vermeerdert toch zijn de officieren solda ten zedert veele maanden niet betaald. De Croaat is te trotsch om te bedelen. Wat hem dus ontbreekt, neemt hij met geweld, de militaire magazijnen vleesch-ban- ken worden bestolen, ook de huizen der burgers, niets is in staat deeze ijzersterke menschen van een vastbesloten plan af te brengen. Ieder houdt dus zijne deuren vast gesloten, Sc wapenen bij de hand. Zij nemen intusschen niets als het nood- zaaklijke, maar de Burger kan zich van zijne levens-middelen niet ontdoen of bero ven laten. De levensmiddelen stijgen steeds in prijs, veele ontbreken bijna volko men, zoo als koffy, zuiker, groentens &c.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2007 | | pagina 180