182 DAGBOEK Den 27 Jan. des morgens om 11 uuren marscheerden de Croaten met muzijk vliegende Vanen uit. De Spanjaards waren in hun midden voor veele was het een droevig schouwspel, niet voor de Franschen, die zich nu op eenen maale van hunne, voor een gedeelte zeker, ingebeelde vrees bevrijd zagen. Den anderen dag gaf de Gouverneur de volgende proclamatie (num. 11). Men hadt, gelijk men aan het einder deezer proclamatie bemerkt, reeds eenige dagen aan eene capitulatie gearbeid: de Franschen verlangden vrijen abmarsch met hunne wapens bagage, benevens 2 stukken kanon. De vijand bleef op gevan genschap aandringen. Wij meenden dat de zaak zo goed als geëindigt was, wan neer men ons op eenen maale van het tegendeel overtuigde, door ons in den nagt van den 29 Jan. vrij hevig te beschieten, waardoor meerdere huizen zeer bescha digt werden. Den 31 Jan. gaf de Gouverneur de nevensgaande ordre du jour (num. 12). De vi- vres, welke nu in overvloed waren, werden zoo uitgedeelt, dat men tweemaal zoo veel als voorheen bekwam, ook krijgt de officier eene bouteille wijns per dag, de soldaat eene halve, uitgenomen de brandewijn het bier.147

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2007 | | pagina 184